Duits
Uitgebreide vertaling voor Defizit (Duits) in het Engels
Defizit:
-
Defizit
the shortage; the deficiency; the lack; the deficit; the shortcoming; the insufficiency; the shortfall -
Defizit
-
Defizit (Knappheit; Bedürftigkeit; Mangel; Armut; Spärlichkeit; Ärmlichkeit; Ermangelung; Kargheit)
Vertaal Matrix voor Defizit:
Synoniemen voor "Defizit":
Computer vertaling door derden: