Overzicht
Duits naar Engels: Meer gegevens...
- Controller:
-
Wiktionary:
- Controller → controller, comptroller
Engels naar Duits: Meer gegevens...
- controller:
-
Wiktionary:
- controller → Steuerung, Controller, Aufseher, Regler, Kontroller
- controller → Kontolleur
Duits
Uitgebreide vertaling voor Controller (Duits) in het Engels
Controller:
-
Controller
the controller– The part of a test rig that distributes tests to agent computers and collects test results. 1
Vertaal Matrix voor Controller:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
controller | Controller |
Synoniemen voor "Controller":
Wiktionary: Controller
Controller
noun
-
person who controls something
-
mechanism that controls or regulates the operation of a machine
-
the chief accountant of a company or government
Engels
Uitgebreide vertaling voor Controller (Engels) in het Duits
controller:
-
the controller
– The part of a test rig that distributes tests to agent computers and collects test results. 1
Vertaal Matrix voor controller:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | accountant; comptroller; control; restrainer | |
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Controller | controller | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | checker; comptroller; controller input-output; inspector; supervisor |
Synoniemen voor "controller":
Verwante definities voor "controller":
Wiktionary: controller
controller
Cross Translation:
noun
controller
-
mechanism that controls or regulates the operation of a machine
- controller → Steuerung; Controller
-
person who controls something
- controller → Controller; Aufseher
noun
-
Technik, Biologie: ein Element zum Anpassen eines Regelkreises; Sollwertgeber
-
Technik: eine Schaltwalze zum stufenweisen Regeln bei Elektromotoren
-
Schweiz: ein Koordinator, (Projekt)-Steuerer
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• controller | → Kontolleur | ↔ controleur — iemand die belast is met de controle |