Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Virus:
  2. Wiktionary:
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. virus:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Virus (Duits) in het Engels

Virus:

Virus

  1. Virus
    the virus
    – Malware that replicates, commonly by infecting other files in the system, thus allowing the execution of the malware code and its propagation when those files are activated. 1
    • virus [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Virus:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
virus Virus Ansteckungsstoff; Gift; Toxin

Synoniemen voor "Virus":


Wiktionary: Virus

Virus
noun
  1. Informatik: schädliches, sich selbst durch Hilfe von Programmen verbreitender, selbst "lebensunfähiger" Kode (auch Computervirus)
  2. Medizin: kleinster Krankheitserreger, der sich nur in Zellen vermehren kann
Virus
noun
  1. DNA/RNA causing disease

Cross Translation:
FromToVia
Virus virus virus — informatica|nld een computervirus
Virus virus virus — biologie|nld een ziekteverwekker die veel kleiner is dan een bacterie
Virus virus virus — Entité biologique qui nécessite une cellule hôte

Virus...:


Synoniemen voor "Virus...":

  • viral



Engels

Uitgebreide vertaling voor Virus (Engels) in het Duits

virus:

virus [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the virus (poison; toxin; venom)
    Gift; Toxin
    • Gift [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Toxin [das ~] zelfstandig naamwoord
  2. the virus (contaminant; infectious matter; infection matter)
    der Ansteckungsstoff
  3. the virus
    – Malware that replicates, commonly by infecting other files in the system, thus allowing the execution of the malware code and its propagation when those files are activated. 1

Vertaal Matrix voor virus:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Ansteckungsstoff contaminant; infection matter; infectious matter; virus
Gift poison; toxin; venom; virus donation
Toxin poison; toxin; venom; virus
- computer virus
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Virus virus

Verwante woorden van "virus":

  • viruses

Synoniemen voor "virus":


Verwante definities voor "virus":

  1. (virology) ultramicroscopic infectious agent that replicates itself only within cells of living hosts; many are pathogenic; a piece of nucleic acid (DNA or RNA) wrapped in a thin coat of protein2
  2. a software program capable of reproducing itself and usually capable of causing great harm to files or other programs on the same computer2
    • a true virus cannot spread to another computer without human assistance2
  3. a harmful or corrupting agency2
    • bigotry is a virus that must not be allowed to spread2
    • the virus of jealousy is latent in everyone2
  4. Malware that replicates, commonly by infecting other files in the system, thus allowing the execution of the malware code and its propagation when those files are activated.1

Wiktionary: virus

virus
noun
  1. DNA/RNA causing disease
virus
noun
  1. Informatik: schädliches, sich selbst durch Hilfe von Programmen verbreitender, selbst "lebensunfähiger" Kode (auch Computervirus)
  2. Medizin: kleinster Krankheitserreger, der sich nur in Zellen vermehren kann

Cross Translation:
FromToVia
virus Virus virus — informatica|nld een computervirus
virus Virus virus — biologie|nld een ziekteverwekker die veel kleiner is dan een bacterie
virus Virus; Computervirus virus — Entité biologique qui nécessite une cellule hôte

Verwante vertalingen van Virus