Overzicht
Duits naar Engels: Meer gegevens...
- imperativ:
- Imperativ:
-
Wiktionary:
- Imperativ → imperative, imperative mood
- Imperativ → imperative mood
Duits
Uitgebreide vertaling voor Imperativ (Duits) in het Engels
imperativ:
-
imperativ (zwingend; unabweislich)
Vertaal Matrix voor imperativ:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
imperative | Imperativ; Wesentlichste | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
compelling | imperativ; unabweislich; zwingend | bewegend; emotional; ergreifend; herzergreifend; herzzerreißend; rührend; tragisch; unwiderstehlich; überzeugend |
imperative | imperativ; unabweislich; zwingend | benötigt; dringend; dringend nötig; dringlich; erforderlich; essentiell; notwendig; nötig; stringent; unabweislich; unvermeidlich; zwangsläufig |
Imperativ:
-
der Imperativ
the imperative
Vertaal Matrix voor Imperativ:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
imperative | Imperativ | Wesentlichste |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
imperative | benötigt; dringend; dringend nötig; dringlich; erforderlich; essentiell; imperativ; notwendig; nötig; stringent; unabweislich; unvermeidlich; zwangsläufig; zwingend |
Synoniemen voor "Imperativ":
Wiktionary: Imperativ
Imperativ
Cross Translation:
noun
Imperativ
-
Linguistik: grammatische Kategorie der Konjugation des Verbs, die benutzt wird, um Aufforderungen oder Befehle auszudrücken
- Imperativ → imperative
noun
-
imperative mood
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• Imperativ | → imperative mood | ↔ gebiedende wijs — de vorm waarin een werkwoord gebruikt wordt als iets zeker gedaan moet worden |
Computer vertaling door derden: