Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Zoek: verbrennen

Duitse en Engelse zoekresultaten voor: verbrennen

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

verbrennen:
- incinerate; cremate; burn out; spend on heating
Verbrennen:
- burning down
Wiktionary:
- verbrennen → burn, sear
- verbrennen → burn
- Verbrennen → burning, combustion

Duits

Uitgebreide vertaling voor verbrennen (Duits) in het Engels

verbrennen:

verbrennen werkwoord (verbrenne, verbrennst, verbrennt, verbrannte, verbranntet, verbrannt)

verbrennen (einäschern; kremieren)
to incinerate; to cremate
- incinerate werkwoord (incinerates, incinerated, incinerating)
- cremate werkwoord (cremates, cremated, cremating)
verbrennen (abbrennen; ausbrennen; niederbrennen; entbrennen; aufbrennen; leerbrennen; herunterbrennen)
to burn out
- burn out werkwoord (burns out, burnt out, burning out)
verbrennen (verheizen; verfeuern)
spend on heating
- spend on heating werkwoord

Conjugations for verbrennen:

Präsens

verbrenne
verbrennst
verbrennt
verbrennen
verbrennt
verbrennen

Imperfekt

verbrannte
verbranntest
verbrannte
verbrannten
verbranntet
verbrannten

Perfekt

habe verbrannt
hast verbrannt
hat verbrannt
haben verbrannt
habt verbrannt
haben verbrannt

1. Konjunktiv [1]

verbrenne
verbrennest
verbrenne
verbrennen
verbrennet
verbrennen

2. Konjunktiv

verbrennte
verbrenntest
verbrennte
verbrennten
verbrenntet
verbrennten

Futur 1

werde verbrennen
wirst verbrennen
wird verbrennen
werden verbrennen
werdet verbrennen
werden verbrennen

1. Konjunktiv [2]

würde verbrennen
würdest verbrennen
würde verbrennen
würden verbrennen
würdet verbrennen
würden verbrennen

Diverses

verbrenn!
verbrennt!
verbrennen Sie!
verbrannt
verbrennend

1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor verbrennen:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
burn out	abbrennen; aufbrennen; ausbrennen; entbrennen; herunterbrennen; leerbrennen; niederbrennen; verbrennen	abbrennen; ablaufen; ausbrennen; austoben; auswittern; durchbrennen; niederbrennen
cremate	einäschern; kremieren; verbrennen
incinerate	einäschern; kremieren; verbrennen
spend on heating	verbrennen; verfeuern; verheizen

Synoniemen voor "verbrennen":

brennen; in Flammen stehen; lodern; lohen
abbrennen; abfackeln; ausbrennen; niederbrennen

Wiktionary: verbrennen

verbrennen

verb

transitiv: etwas durch Feuer vernichten
- verbrennen → burn
transitiv: einen Menschen (auf einem Scheiterhaufen) durch Feuer exekutieren
- verbrennen → burn

verbrennen

verb

injure (a person or animal) with heat or caustic chemicals
- burn → verbrennen
cause to be consumed by fire
- burn → verbrennen
To char, scorch, or burn the surface of something with a hot instrument
- sear → ausbrennen; versengen; scharf anbraten; ausdörren; verbrennen; austrocknen; einbrennen

Cross Translation:

From	To	Via
• verbrennen	→ burn	↔ verbranden — verteerd worden door vuur of hitte
• verbrennen	→ burn	↔ branden — verteerd worden door vuur

Verbrennen:

Verbrennen [das ~] zelfstandig naamwoord

Verbrennen (Anbrennen)
the burning down
- burning down [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Verbrennen:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
burning down	Anbrennen; Verbrennen

Wiktionary: Verbrennen

Cross Translation:

From	To	Via
• Verbrennen	→ burning; combustion	↔ combustion — Action de brûler.