Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Zoek: vorbeugend

Duitse en Engelse zoekresultaten voor: vorbeugend

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

vorbeugend:
- preventative; contraceptive; prophylactive
vorbeugen:
- bend over
Wiktionary:
- vorbeugend → preemptive, preventive
- vorbeugen → prevent
- vorbeugen → prevent

Duits

Uitgebreide vertaling voor vorbeugend (Duits) in het Engels

vorbeugend:

vorbeugend bijvoeglijk naamwoord

vorbeugend (präventiv; schützend; empfängnisverhütend; kontrazeptiv)
preventative; contraceptive; prophylactive
- preventative bijvoeglijk naamwoord
- contraceptive bijvoeglijk naamwoord
- prophylactive bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor vorbeugend:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
contraceptive		Präservativ; Vorbeugungsmittel
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
contraceptive	empfängnisverhütend; kontrazeptiv; präventiv; schützend; vorbeugend
preventative	empfängnisverhütend; kontrazeptiv; präventiv; schützend; vorbeugend
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
prophylactive	empfängnisverhütend; kontrazeptiv; präventiv; schützend; vorbeugend

Synoniemen voor "vorbeugend":

präventiv

Wiktionary: vorbeugend

vorbeugend

adjective

-
- preemptive → bevorzugt; präemptiv; vorbeugend
preventing, hindering, or acting as an obstacle to
- preventive → vorbeugend; präventiv
slowing the development of an illness
- preventive → vorbeugend; präventiv

vorbeugen:

vorbeugen werkwoord (beuge vor, beugst vor, beugt vor, beugte vor, beugtet vor, vorgebeugt)

vorbeugen (sich nach vorne bücken; sich ducken)
to bend over
- bend over werkwoord (bends over, bended over, bending over)

Conjugations for vorbeugen:

Präsens

beuge vor
beugst vor
beugt vor
beugen vor
beugt vor
beugen vor

Imperfekt

beugte vor
beugtest vor
beugte vor
beugten vor
beugtet vor
beugten vor

Perfekt

habe vorgebeugt
hast vorgebeugt
hat vorgebeugt
haben vorgebeugt
habt vorgebeugt
haben vorgebeugt

1. Konjunktiv [1]

beuge vor
beugest vor
beuge vor
beugen vor
beuget vor
beugen vor

2. Konjunktiv

beugte vor
beugtest vor
beugte vor
beugten vor
beugtet vor
beugten vor

Futur 1

werde vorbeugen
wirst vorbeugen
wird vorbeugen
werden vorbeugen
werdet vorbeugen
werden vorbeugen

1. Konjunktiv [2]

würde vorbeugen
würdest vorbeugen
würde vorbeugen
würden vorbeugen
würdet vorbeugen
würden vorbeugen

Diverses

beug vor!
beugt vor!
beugen Sie vor!
vorgebeugt
vorbeugend

1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor vorbeugen:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bend over	sich ducken; sich nach vorne bücken; vorbeugen

Synoniemen voor "vorbeugen":

abwenden; umgehen; umschiffen; unterbinden; verhindern; verhüten; vermeiden
bücken

Wiktionary: vorbeugen

vorbeugen

(intransitiv) Dativ|: den Eintritt eines meist negativen möglichen Ereignisses der Zukunft durch Maßnahmen in der Gegenwart verhindern
- vorbeugen → prevent

vorbeugen

verb

to keep from happening
- prevent → verhindern; vorbeugen

Cross Translation:

From	To	Via
• vorbeugen	→ prevent	↔ voorkomen — ervoor zorgen dat iets niet gebeurt