Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Zoek: Fassade

Duitse en Engelse zoekresultaten voor: Fassade

Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Fassade:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Fassade (Duits) in het Engels

Fassade:

Fassade [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Fassade (untere Front; Ladenfront; Freitreppe)
    the façade; the housefront; the front
    • façade [the ~] zelfstandig naamwoord
    • housefront [the ~] zelfstandig naamwoord
    • front [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. die Fassade (Vordere Giebel; Vorderseite; Giebel; )
    the frontage; the face
    • frontage [the ~] zelfstandig naamwoord
    • face [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. die Fassade (Vorderansicht; Front; Vorderrand)
    the front view; the frontal view
  4. die Fassade (Vorseite; Vorderseite; Front; Angesicht)
    the front side; the front; the face
    • front side [the ~] zelfstandig naamwoord
    • front [the ~] zelfstandig naamwoord
    • face [the ~] zelfstandig naamwoord
  5. die Fassade (Anschein; Schein)
    the sham; the farce; the make-believe
    • sham [the ~] zelfstandig naamwoord
    • farce [the ~] zelfstandig naamwoord
    • make-believe [the ~] zelfstandig naamwoord
  6. die Fassade (Anschein)
    the pretence; the sham; the pretense
    • pretence [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
    • sham [the ~] zelfstandig naamwoord
    • pretense [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
  7. die Fassade (Front; Vorderseite; vordere Ende)
    the front; the fore-part
    • front [the ~] zelfstandig naamwoord
    • fore-part [the ~] zelfstandig naamwoord
  8. die Fassade (Front)
    the frontage; the extent of front
  9. die Fassade (Gefechtslinie; Front; Vorderseite; Frontlinie)
    the front; the frontline
    • front [the ~] zelfstandig naamwoord
    • frontline [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Fassade:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
extent of front Fassade; Front
face Angesicht; Fassade; Front; Gesicht; Giebel; Spitze; Vordere Giebel; Vorderrand; Vorderseite; Vorseite; vordere Ende Anblick; Antlitz; Ebene; Feld; Fläche; Fratze; Fresse; Gesicht; Klappe; Mund; Schauspiel; Schnabel; Schnauze; Schriftart; Schwätzer; Szene; Visage
farce Anschein; Fassade; Schein Farce; Posse; Schwank
façade Fassade; Freitreppe; Ladenfront; untere Front Deckmantel
fore-part Fassade; Front; Vorderseite; vordere Ende
front Angesicht; Fassade; Freitreppe; Front; Frontlinie; Gefechtslinie; Ladenfront; Vorderseite; Vorseite; untere Front; vordere Ende Deckmantel; Vorderränder
front side Angesicht; Fassade; Front; Vorderseite; Vorseite
front view Fassade; Front; Vorderansicht; Vorderrand Aufriß; Vorderansicht
frontage Fassade; Front; Gesicht; Giebel; Spitze; Vordere Giebel; Vorderrand; Vorderseite; vordere Ende
frontal view Fassade; Front; Vorderansicht; Vorderrand Frontansicht
frontline Fassade; Front; Frontlinie; Gefechtslinie; Vorderseite
housefront Fassade; Freitreppe; Ladenfront; untere Front
make-believe Anschein; Fassade; Schein
pretence Anschein; Fassade Affektiertheit; Geschraubtheit; Geziertheit; Illusion; Preziosität; Unnatürlichkeit; Verlogenheit; Vorschützung; Vortäuschung; Ziererei
pretense Anschein; Fassade Affektiertheit; Geschraubtheit; Geziertheit; Illusion; Preziosität; Unnatürlichkeit; Verlogenheit; Vorschützung; Vortäuschung; Ziererei
sham Anschein; Fassade; Schein Ausflucht; Ausrede; Entschuldigung; Flitter; Flittergold; Goldflitter; Heuchler; Vorschützung; Vortäuschung
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
face die Stirn bieten; konfrontieren; sichbehaupten; trotzen
sham behaupten; heucheln; prätendieren; so tun als ob
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sham falsch; fingiert; gelogen; gemein; heimtückisch; hinterhältig; hinterlistig; mies; niederträchtig; schofel; schuftig; schweinisch; schäbig; tückisch

Wiktionary: Fassade

Fassade
noun
  1. Vorderansicht eines Gebäudes
Fassade
noun
  1. deceptive outward appearance
  2. face of a building
  3. -
  4. covering or disguising appearance
Cross Translation:
FromToVia
• Fassade → face; façade ↔ voorgevel — gevel aan de voorkant
• Fassade → gable; façade ↔ gevel — buitenmuur van een gebouw
• Fassade → facade ↔ façade — de zichtbare buitenmuur van een gebouw, specifiek die aan de voorkant
• Fassade → façade; facade ↔ façade — (architecture) Un des côtés d’un bâtiment, d’un édifice, lorsqu’il se présente au spectateur.

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.1506 seconde
Page rendered in 1.0 seconds