Augapfel: vertaling Duits

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

Augapfel:
- apple of the eye; beloved; loved one; dear; eyeball; protégé; ward
Augäpfel:
- pupils; eyeballs; apples of the eye; loved ones
Wiktionary:
- Augapfel → eyeball, apple of someone's eye

Duits

Uitgebreide vertaling voor Augapfel (Duits) in het Engels

der Augapfel (Stern; Hätschelkind)
the apple of the eye; the beloved; the loved one; the dear
- apple of the eye [the ~] zelfstandig naamwoord
- beloved [the ~] zelfstandig naamwoord
- loved one [the ~] zelfstandig naamwoord
- dear [the ~] zelfstandig naamwoord
der Augapfel
the eyeball
– the ball-shaped capsule containing the vertebrate eye ¹
- eyeball [the ~] zelfstandig naamwoord
der Augapfel (Schützling)
the protégé; the ward
- protégé [the ~] zelfstandig naamwoord
- ward [the ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
apple of the eye	Augapfel; Hätschelkind; Stern
beloved	Augapfel; Hätschelkind; Stern	Auserwählte; Freund; Freundin; Geliebte; Geliebter; Herzchen; Juwel; Lieb; Liebchen; Liebe; Liebhaber; Liebling; Liebste; Schatz; Schätzchen; liebes Kind
dear	Augapfel; Hätschelkind; Stern	Engel; Geliebte; Gottgesandte; Herzchen; Himmelsbewohner; Himmlische; Lieb; Liebchen; Liebe; Liebling; Liebste; Schatz; Schätzchen; entzückende Kind; liebe Person; niedliche Kind; süße Kind
eyeball	Augapfel
loved one	Augapfel; Hätschelkind; Stern
protégé	Augapfel; Schützling
ward	Augapfel; Schützling	Abteilung; Geschäftsstelle; Schüler; Sektion; Stadtbezirk; Stadtteil; Stadtviertel
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
beloved		allerliebst; auserkoren; auserwählt; beliebt; geliebt; geliebte; gerngesehen; lieb; nett; populär; süß; tierbare
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
dear		allerliebst; auserkoren; auserwählt; ausgewählt; beliebt; einmalig; einzig; einzigartig; ergeben; flaumig; geliebt; geliebte; gerngesehen; goldig; lieb; liebe; lieber; nett; niedlich; populär; reizend; süß; teuer; tierbare; wert

Augapfel

noun

kugelförmiger, wesentlicher Teil des Auges, der in der Augenhöhle sitzt
- Augapfel → eyeball

Augapfel

noun

ball of the eye
- eyeball → Augapfel
favourite, a particular preference, or a loved one
- apple of someone's eye → Augapfel

der Augäpfel
the pupils; the eyeballs; the apples of the eye
- pupils [the ~] zelfstandig naamwoord
- eyeballs [the ~] zelfstandig naamwoord
- apples of the eye [the ~] zelfstandig naamwoord
der Augäpfel
the pupils; the loved ones; the eyeballs; the apples of the eye
- pupils [the ~] zelfstandig naamwoord
- loved ones [the ~] zelfstandig naamwoord
- eyeballs [the ~] zelfstandig naamwoord
- apples of the eye [the ~] zelfstandig naamwoord