Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Zoek: Stochern

Duitse en Engelse zoekresultaten voor: Stochern

Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. stochern:
  2. Stochern:
  3. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Stochern (Duits) in het Engels

stochern:

stochern werkwoord (stochere, stocherst, stochert, stocherte, stochertet, gestochert)

  1. stochern (entwirren; aussuchen; heraussuchen; )
    to unravel; to disentangle; disentwine
    • unravel werkwoord (unravels, unravelled, unravelling)
    • disentangle werkwoord (disentangles, disentangled, disentangling)
    • disentwine werkwoord

Conjugations for stochern:

Präsens
  1. stochere
  2. stocherst
  3. stochert
  4. stocheren
  5. stochert
  6. stocheren
Imperfekt
  1. stocherte
  2. stochertest
  3. stocherte
  4. stocherten
  5. stochertet
  6. stocherten
Perfekt
  1. habe gestochert
  2. hast gestochert
  3. hat gestochert
  4. haben gestochert
  5. habt gestochert
  6. haben gestochert
1. Konjunktiv [1]
  1. stochere
  2. stocherest
  3. stochere
  4. stocheren
  5. stocheret
  6. stocheren
2. Konjunktiv
  1. stocherte
  2. stochertest
  3. stocherte
  4. stocherten
  5. stochertet
  6. stocherten
Futur 1
  1. werde stochern
  2. wirst stochern
  3. wird stochern
  4. werden stochern
  5. werdet stochern
  6. werden stochern
1. Konjunktiv [2]
  1. würde stochern
  2. würdest stochern
  3. würde stochern
  4. würden stochern
  5. würdet stochern
  6. würden stochern
Diverses
  1. stocher!
  2. stochert!
  3. stocheren Sie!
  5. gestochert
  6. stochernd
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor stochern:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
disentangle aufdröseln; aufknoten; aufknöpfen; auflösen; auseinanderfasern; ausfasern; ausfransen; ausfädeln; auskundschaften; auslesen; aussondern; aussuchen; auswählen; entknoten; enträtseln; entwirren; entziffern; erforschen; ergründen; erkunden; forschen; herauspicken; heraussuchen; klauben; rupfen; sammeln; selektieren; sichten; sieben; sortieren; stochern; trennen; zerfasern; zupfen aufknoten; deuten; entknoten; enträtseln; entwirren; entziffern; fasern; herausbringen; lösen; scheiden; sichlösen; teilen; trennen
disentwine aufdröseln; aufknoten; aufknöpfen; auflösen; auseinanderfasern; ausfasern; ausfransen; ausfädeln; auskundschaften; auslesen; aussondern; aussuchen; auswählen; entknoten; enträtseln; entwirren; entziffern; erforschen; ergründen; erkunden; forschen; herauspicken; heraussuchen; klauben; rupfen; sammeln; selektieren; sichten; sieben; sortieren; stochern; trennen; zerfasern; zupfen
unravel aufdröseln; aufknoten; aufknöpfen; auflösen; auseinanderfasern; ausfasern; ausfransen; ausfädeln; auskundschaften; auslesen; aussondern; aussuchen; auswählen; entknoten; enträtseln; entwirren; entziffern; erforschen; ergründen; erkunden; forschen; herauspicken; heraussuchen; klauben; rupfen; sammeln; selektieren; sichten; sieben; sortieren; stochern; trennen; zerfasern; zupfen aufdröseln; aufknoten; aufknöpfen; aufknüpfen; auflösen; aufmachen; auseinanderfasern; ausfransen; ausfädeln; ausklügeln; ausknobeln; deuten; entknoten; enträtseln; entwirren; entziffern; fasern; herausbringen; lösen; scheiden; sichlösen; teilen; trennen; zerfasern; öffnen

Synoniemen voor "stochern":


Wiktionary: stochern

stochern
verb
  1. to jab with a pointed object such as a finger or a stick
  2. propel a punt with a pole

Stochern:

Stochern [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Stochern (Purren)
    the poking; the poking up
    • poking [the ~] zelfstandig naamwoord
    • poking up [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Stochern:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
poking Purren; Stochern Anstoßen; Anstöße
poking up Purren; Stochern







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0266 seconde
Page rendered in 1.0 seconds