Ruhm: vertaling Duits

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

Ruhm:
- celebrity; glory; popularity; fame; renown; hip; splendour; splendor
Wiktionary:
- Ruhm → glory, kudos, fame, renown
- Ruhm → fame, glory, glamour, prestige, merit, worth, renown

Duits

Uitgebreide vertaling voor Ruhm (Duits) in het Engels

der Ruhm (Berühmtheit)
the celebrity; the glory; the popularity; the fame
- celebrity [the ~] zelfstandig naamwoord
- glory [the ~] zelfstandig naamwoord
- popularity [the ~] zelfstandig naamwoord
- fame [the ~] zelfstandig naamwoord
der Ruhm
the glory; the fame
- glory [the ~] zelfstandig naamwoord
- fame [the ~] zelfstandig naamwoord
der Ruhm (Beliebtheit; Popularität)
the popularity; the fame; the renown; the hip; the celebrity; the glory
- popularity [the ~] zelfstandig naamwoord
- fame [the ~] zelfstandig naamwoord
- renown [the ~] zelfstandig naamwoord
- hip [the ~] zelfstandig naamwoord
- celebrity [the ~] zelfstandig naamwoord
- glory [the ~] zelfstandig naamwoord
der Ruhm (Glorie; Ehre)
the glory; the splendour; the splendor
- glory [the ~] zelfstandig naamwoord
- splendour [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
- splendor [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
celebrity	Beliebtheit; Berühmtheit; Popularität; Ruhm
fame	Beliebtheit; Berühmtheit; Popularität; Ruhm	Bekanntheit; Berühmdheit; Ehre; Name; Reputation; Ruf; Schrei
glory	Beliebtheit; Berühmtheit; Ehre; Glorie; Popularität; Ruhm	Glück; Glückseligkeit; Großartigkeit; Herrlichkeit; Köstlichkeit; Pracht; Prunk; Vortrefflichkeit; Wonne
hip	Beliebtheit; Popularität; Ruhm	Hüfte
popularity	Beliebtheit; Berühmtheit; Popularität; Ruhm	Beliebtheit
renown	Beliebtheit; Popularität; Ruhm	Ehre; Name; Ruf
splendor	Ehre; Glorie; Ruhm	Funkeln; Glänzen; Pracht; Prunk
splendour	Ehre; Glorie; Ruhm	Funkeln; Glänzen; Pracht; Prunk

Ruhm

noun

Ruhm

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• Ruhm	→ fame; glory	↔ roem — eer en glorie
• Ruhm	→ fame	↔ faam — roem
• Ruhm	→ glamour; prestige; merit; worth; fame; glory; renown	↔ gloire — La renommée brillante, universelle et durable, l’éclat que les vertus, le mérite, les grandes qualités, les grandes actions ou les grandes œuvres attirer à quelqu’un.