Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Zoek: Fachkraft

Duitse en Engelse zoekresultaten voor: Fachkraft

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

Fachkraft:
- professional; expert
Wiktionary:
- Fachkraft → trained assistant, subject matter expert, specialist, skilled employee, professional

Duits

Uitgebreide vertaling voor Fachkraft (Duits) in het Engels

Fachkraft:

Fachkraft [die ~] zelfstandig naamwoord

die Fachkraft (Fachmann; Fachleute)
the professional; the expert
- professional [the ~] zelfstandig naamwoord
- expert [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Fachkraft:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
expert	Fachkraft; Fachleute; Fachmann	Experte; Fachmann; Fachmänner; Sachkundige; Sachverständige; Spezialist; fachkundige Person; fachkundigePerson
professional	Fachkraft; Fachleute; Fachmann	Berufsspieler; Profi; Profispieler
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
expert		flink; geschickt; geschwind; gewandt; geübt; handlich; hastig; klug; pfiffig; raffiniert; rasch; scharfsinnig; schlau; schleunig; schnell; spitzfindig; tauglich; treffend; tüchtig
professional		berufsmäßig; geschäftlich; professionell

Synoniemen voor "Fachkraft":

Experte; Fachmann; Könner; Meister; Profi; Routinier; Sachkenner; Sachkundiger; Charakter; Einzelwesen; Individuum; Mensch; Person; Persönlichkeit; Subjekt; Typ

Wiktionary: Fachkraft

Fachkraft

noun

Person, die für ihr Arbeitsgebiet speziell ausgebildet wurde
- Fachkraft → trained assistant; subject matter expert; specialist; skilled employee; professional