Sarkastisch: vertaling Duits

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

sarkastisch:
- sarcastic; stinging; thorny; prickly; corrosive; corroding; biting
Wiktionary:
- sarkastisch → sarcastic, sardonic, wry

Duits

Uitgebreide vertaling voor sarkastisch (Duits) in het Engels

sarkastisch (schneidend; stoppelig; scharf; anzüglich; ätzend; bissig; gehässig; stachlig; beißend)
sarcastic; stinging; thorny; prickly
- sarcastic bijvoeglijk naamwoord
- stinging bijvoeglijk naamwoord
- thorny bijvoeglijk naamwoord
- prickly bijvoeglijk naamwoord
sarkastisch (beißend; ätzend; scharf; bissig; schneidend; einfressend)
corrosive; corroding; biting
- corrosive bijvoeglijk naamwoord
- corroding bijvoeglijk naamwoord
- biting bijvoeglijk naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
biting		Beißen
stinging		Stechen
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
biting	beißend; bissig; einfressend; sarkastisch; scharf; schneidend; ätzend	aufgeweckt; ausgeschlafen; behende; beißend; beißende; geistreich; gescheit; geschickt; pfiffig; scharfsinnig; schlau; spitzfindig
corrosive	beißend; bissig; einfressend; sarkastisch; scharf; schneidend; ätzend
prickly	anzüglich; beißend; bissig; gehässig; sarkastisch; scharf; schneidend; stachlig; stoppelig; ätzend	voller Stacheln
sarcastic	anzüglich; beißend; bissig; gehässig; sarkastisch; scharf; schneidend; stachlig; stoppelig; ätzend
stinging	anzüglich; beißend; bissig; gehässig; sarkastisch; scharf; schneidend; stachlig; stoppelig; ätzend	mit schneidender Stimme; schneidend; stachlig; stechend
thorny	anzüglich; beißend; bissig; gehässig; sarkastisch; scharf; schneidend; stachlig; stoppelig; ätzend	dornenvoll; dornig; stachlig; voller Stacheln
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
corroding	beißend; bissig; einfressend; sarkastisch; scharf; schneidend; ätzend

beißend; beleidigend; ehrenrührig; höhnisch; kaustisch; kränkend; sardonisch; spöttisch; vernichtend; verächtlich

sarkastisch

adjective

beißend, beziehungsweise verbittert höhnisch (auch: stärkere Form von ironisch)
- sarkastisch → sarcastic

sarkastisch

adjective