Duits
Uitgebreide vertaling voor Lebensmittelpunkt (Duits) in het Engels
Lebensmittelpunkt: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- leben: exist; live; stay; reside; be established; have one's seat; house; shelter; lodge; accommodate; take in to the house
- Mittelpunkt: junction; intersection; crossing; pivot; centre; hub; nucleus; nexus; central point; center; inner; middle; midpoint; center point
- Leben: being; existence; lives; existences; lifetimes; life; curriculum vitae; biography; path of life; course of life
- Lebensmittel: food; provisions; victuals; edibles; eatables
- Punkt: point; dot