Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Bewirtung:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Bewirtung (Duits) in het Engels

Bewirtung:

Bewirtung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Bewirtung (Leckerbissen)
    the treat
    • treat [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. die Bewirtung
    the pamphlet
    • pamphlet [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Bewirtung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pamphlet Bewirtung Broschüre; Faltblatt; Faltblätter; Faltbrochüre; Flugblatt; Flugblätter; Flugschrift; Flugzettel; Handzettel; Pamphlet; Schandschrift; Schmähschrift; Zettel
treat Bewirtung; Leckerbissen Bankett; Empfang; Fest; Festessen; Galadiner; Rezeption; festlicheMaal
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
treat austeilen; begegnen; behandeln; bewirten; distribuieren; ehren; einen ausgeben; einladen auf; feiern; festlich bewirten; spendieren; versorgen; verteilen

Synoniemen voor "Bewirtung":


Wiktionary: Bewirtung

Bewirtung
noun
  1. Versorgung von Gast mit Lebensmitteln und ähnlichem
Bewirtung
noun
  1. business