Sparsam: vertaling Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

sparsam:
- sparing; thrifty; frugal; economical; avaricious; stingy; miserly; niggardly; few; economic; economically; poor; sober; scanty; austere
Wiktionary:
- sparsam → economical, thrifty
- sparsam → economical, cheap, inexpensive, economic

Duits

Uitgebreide vertaling voor sparsam (Duits) in het Engels

sparsam:

sparsam bijvoeglijk naamwoord

sparsam (ökonomisch; wirtschaftlich)
sparing; thrifty; frugal; economical
- sparing bijvoeglijk naamwoord
- thrifty bijvoeglijk naamwoord
- frugal bijvoeglijk naamwoord
- economical bijvoeglijk naamwoord
sparsam (geizig; gierig; nicht großherzig; habsüchtig; habgierig; knickerig; knickrig; knauserig)
avaricious; stingy; miserly; niggardly
- avaricious bijvoeglijk naamwoord
- stingy bijvoeglijk naamwoord
- miserly bijvoeglijk naamwoord
- niggardly bijvoeglijk naamwoord
sparsam (einige; wenig; spärlich; ärmlich; karg; mager; kärglich; armselig; dürftig)
few
- few bijvoeglijk naamwoord
sparsam (in Beziehung der Ekonomie; ökonomisch; wirtschaftlich; gewerblich; genau; geizig; spärlich; schütter)
economic; economical; economically
- economic bijvoeglijk naamwoord
- economical bijvoeglijk naamwoord
- economically bijwoord
sparsam (dürftig; spärlich; schmächtig; miserabel; empfindlich; knapp; klein; schwach; winzig; geringfügig; mager; hager; kläglich; eng; fein; schlecht; gering; hohl; dünn; öde; karg; hinfällig; schlapp; hilflos; schlaff; schäbig; handlich; unscheinbar; ungültig; zerbrechlich; flau; schütter; nichtig; vergänglich; gedrungen; grundlos; kärglich; schadhaft; gebrechlich; schwächlich; kränklich; sehrklein)
poor
- poor bijvoeglijk naamwoord
sparsam (nüchtern; ärmlich; schlicht; mäßig; einfach; sachlich)
sober; scanty; frugal; austere
- sober bijvoeglijk naamwoord
- scanty bijvoeglijk naamwoord
- frugal bijvoeglijk naamwoord
- austere bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor sparsam:

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
austere	einfach; mäßig; nüchtern; sachlich; schlicht; sparsam; ärmlich	anspruchslos; einfach; schlicht
avaricious	geizig; gierig; habgierig; habsüchtig; knauserig; knickerig; knickrig; nicht großherzig; sparsam
economic	geizig; genau; gewerblich; in Beziehung der Ekonomie; schütter; sparsam; spärlich; wirtschaftlich; ökonomisch
economical	geizig; genau; gewerblich; in Beziehung der Ekonomie; schütter; sparsam; spärlich; wirtschaftlich; ökonomisch
few	armselig; dürftig; einige; karg; kärglich; mager; sparsam; spärlich; wenig; ärmlich
frugal	einfach; mäßig; nüchtern; sachlich; schlicht; sparsam; wirtschaftlich; ärmlich; ökonomisch	frugal; nicht vollwertig
poor	dünn; dürftig; empfindlich; eng; fein; flau; gebrechlich; gedrungen; gering; geringfügig; grundlos; hager; handlich; hilflos; hinfällig; hohl; karg; klein; kläglich; knapp; kränklich; kärglich; mager; miserabel; nichtig; schadhaft; schlaff; schlapp; schlecht; schmächtig; schwach; schwächlich; schäbig; schütter; sehrklein; sparsam; spärlich; ungültig; unscheinbar; vergänglich; winzig; zerbrechlich; öde	abgespannt; arm; armselig; armutig; bedürftig; bäuerisch; dünn; dürftig; dürr; eckig; elend; empfindlich; eng; entspannt; flau; flegelhaft; gebrechlich; gering; geringfügig; grob; grobschlächtig; hager; hilflos; hinfällig; kantig; karg; knapp; kraftlos; krankhaft; kränklich; kärglich; lahm; lasch; lustlos; lästig; minderwertig; mittellos; mittelmäßig; mißlich; mäßig; nicht sehr gut; niedrig; notleidend; schal; schlacksig; schlaff; schlapp; schlecht; schlottrig; schmächtig; schofel; schwach; schwerfällig; schwächlich; schäbig; stelzbeinig; stümperhaft; taktlos; tapprig; tapsig; trocken; täppisch; tölpelhaft; umbequem; unansehnlich; unbedeutend; unbehaglich; unbeholfen; unbemittelt; unfruchtbar; unfähig; ungeeignet; ungehobelt; ungelenk; ungenügend; ungeschickt; ungeschlacht; unhandlich; unpassend; untauglich; untergeordnet; unzureichend; verlottert; verludert; weich; welk; winzig; wässerig; zerlumpt; zweitklassig; zweitrangig; ärmlich; öde
scanty	einfach; mäßig; nüchtern; sachlich; schlicht; sparsam; ärmlich	gering; knapp; nicht im überfluss
sober	einfach; mäßig; nüchtern; sachlich; schlicht; sparsam; ärmlich	anspruchslos; bedeckt; dienstlich; einfach; gemäßigt; gemütlich; geschäftlich; nüchtern; objektiv; sachlich; schlicht; sittsam
sparing	sparsam; wirtschaftlich; ökonomisch
stingy	geizig; gierig; habgierig; habsüchtig; knauserig; knickerig; knickrig; nicht großherzig; sparsam	falsch; fingiert; gemein; heimtückisch; hinterhältig; hinterlistig; mies; niederträchtig; schofel; schuftig; schweinisch; schäbig; tückisch; verächtlich
thrifty	sparsam; wirtschaftlich; ökonomisch
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
economically	geizig; genau; gewerblich; in Beziehung der Ekonomie; schütter; sparsam; spärlich; wirtschaftlich; ökonomisch
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
few		ein wenig; wenig
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
miserly	geizig; gierig; habgierig; habsüchtig; knauserig; knickerig; knickrig; nicht großherzig; sparsam
niggardly	geizig; gierig; habgierig; habsüchtig; knauserig; knickerig; knickrig; nicht großherzig; sparsam	schweinisch; schäbig; tückisch; verächtlich

Synoniemen voor "sparsam":

durchschlagend; effektiv; effizient; leistungsfähig; mit hohem Wirkungsgrad; rationell; schlagkräftig; tiefgreifend; verlustarm; verlustfrei; weitreichend; wirksam; wirkungsvoll; wirtschaftlich; ökonomisch
geizig; knauserig; knickerig; knickrig; zugeknöpft; haushälterisch; wirtschaftlich; ökonomisch
haushälterisch
Energie sparend; energiesparend; Strom sparend; stromsparend; verbrauchsgünstig

Wiktionary: sparsam

sparsam

adjective

so dass eine Ressource (Geld, Wasser oder Ähnliches) möglichst lange reicht; wenig verbrauchend
- sparsam → economical; thrifty

sparsam

adjective

careful with money
- economical → sparsam; wirtschaftlich; ökonomisch
given to, or evincing, thrift
- thrifty → sparsam

Cross Translation:

From	To	Via
• sparsam	→ economical; cheap; inexpensive; economic	↔ économique — Qui diminuer les frais ou la dépense.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van sparsam

sparsam sein mit

Engels

Uitgebreide vertaling voor sparsam (Engels) in het Duits

sparsam: ^{(*Woord en zin splitter gebruikt)}

spar: Spat; Rundholz
SAM: Software Asset Management; SAM

Computer vertaling door derden:

Remove Ads

Duitse en Engelse zoekresultaten voor: sparsam

Uitgebreide vertaling voor sparsam (Duits) in het Engels

sparsam:

sparsam bijvoeglijk naamwoord

sparsam (ökonomisch; wirtschaftlich)

sparsam (geizig; gierig; nicht großherzig; habsüchtig; habgierig; knickerig; knickrig; knauserig)

sparsam (einige; wenig; spärlich; ärmlich; karg; mager; kärglich; armselig; dürftig)

sparsam (in Beziehung der Ekonomie; ökonomisch; wirtschaftlich; gewerblich; genau; geizig; spärlich; schütter)

sparsam (nüchtern; ärmlich; schlicht; mäßig; einfach; sachlich)

Vertaal Matrix voor sparsam:

Synoniemen voor "sparsam":

Wiktionary: sparsam

Verwante vertalingen van sparsam

Uitgebreide vertaling voor sparsam (Engels) in het Duits

sparsam: (*Woord en zin splitter gebruikt)

sparsam: ^{(*Woord en zin splitter gebruikt)}