Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Zoek: Schwindel

Duitse en Engelse zoekresultaten voor: Schwindel

Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Schwindel:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Schwindel (Duits) in het Engels

Schwindel:

Schwindel [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Schwindel (Betrug; Schwindelei; Hintergehung; )
    the swindle; the deceit; the fraud; the con; the frauds; the deception
    • swindle [the ~] zelfstandig naamwoord
    • deceit [the ~] zelfstandig naamwoord
    • fraud [the ~] zelfstandig naamwoord
    • con [the ~] zelfstandig naamwoord
    • frauds [the ~] zelfstandig naamwoord
    • deception [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Schwindel (Schwindelgefühl)
    the dizziness
  3. der Schwindel (Verdunkelung; Betrug; Unterschlagung; )
    the embezzlement; the defalcation; the fraud
  4. der Schwindel (Hintergehung; Betrug; Schwindelei; Täuschung; Irreführung)
    the deception; the deceit; the fraud; the cheating; the swindling; the double-cross
  5. der Schwindel (Betrugerei; Betrug)
    the deceit; the swindling
    • deceit [the ~] zelfstandig naamwoord
    • swindling [the ~] zelfstandig naamwoord
  6. der Schwindel (Pfuscherei; Schwindelei; Veruntreuung; Schummelei; Pfuschwerk)
    the tampering; the messing; the bungling
  7. der Schwindel (Betrug)
    the deceptions; the frauds; the impostures; the deceits; the diddles; the hoodwinkings
  8. der Schwindel (Schwindelei; Betrügerei; Betrug; )
    the fraud; the swindling; the cheating; the mess
    • fraud [the ~] zelfstandig naamwoord
    • swindling [the ~] zelfstandig naamwoord
    • cheating [the ~] zelfstandig naamwoord
    • mess [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Schwindel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bungling Pfuscherei; Pfuschwerk; Schummelei; Schwindel; Schwindelei; Veruntreuung Chaos; Durcheinander; Gepfusche; Gequake; Geschmier; Geschmiere; Gestümper; Gesudel; Pfusch; Pfuscharbeit; Pfuscherei; Pfuschwerk; Rummel; Schluderarbeit; Stümperei; Wirrwarr; tüftelige Arbeit
cheating Bauernfängerei; Betrug; Betrügerei; Fälschung; Hintergehung; Irreführung; Nepp; Pfuscherei; Pfuschwerk; Schiebung; Schwindel; Schwindelei; Täuschung Gaukelei; Irreführung; Lüge; Schummelei; Schwindelei; Täuschung; Unterschlagung; Unwahrkeit; Veruntreuung
con Bauernfängerei; Betrug; Betrügerei; Fälschung; Gaukelei; Hehlerei; Hintergehung; Irreführung; Schwindel; Schwindelei Hereinlegung; Schwindelei
deceit Bauernfängerei; Betrug; Betrugerei; Betrügerei; Fälschung; Gaukelei; Hehlerei; Hintergehung; Irreführung; Schwindel; Schwindelei; Täuschung Falschheit; Fälschung; Gaukelei; Irreführung; Lüge; Lügenhaftigkeit; Schummelei; Schwindelei; Täuschung; Tücke; Unechtheit; Unnatürlichkeit; Unwahrkeit; Verlogenheit
deceits Betrug; Schwindel
deception Bauernfängerei; Betrug; Betrügerei; Fälschung; Gaukelei; Hehlerei; Hintergehung; Irreführung; Schwindel; Schwindelei; Täuschung Gaukelei; Irreführung; Lüge; Schummelei; Schwindelei; Täuschung; Unwahrkeit
deceptions Betrug; Schwindel Betrug; Irreführung; Täuschungen
defalcation Betrug; Betrügerei; Hehlerei; Schiebung; Schwindel; Unterschlagung; Verdunkelung; Veruntreuung Unterschlagung; Veruntreuung
diddles Betrug; Schwindel
dizziness Schwindel; Schwindelgefühl Schwindelanfälle; Schwindelgefühl; Schwindelgefühle
double-cross Betrug; Hintergehung; Irreführung; Schwindel; Schwindelei; Täuschung
embezzlement Betrug; Betrügerei; Hehlerei; Schiebung; Schwindel; Unterschlagung; Verdunkelung; Veruntreuung Unterschlagung; Veruntreuung
fraud Bauernfängerei; Betrug; Betrügerei; Fälschung; Gaukelei; Hehlerei; Hintergehung; Irreführung; Nepp; Pfuscherei; Pfuschwerk; Schiebung; Schwindel; Schwindelei; Täuschung; Unterschlagung; Verdunkelung; Veruntreuung Betrug; Betrüger; Schwindler; Unterschlagung; Veruntreuung
frauds Bauernfängerei; Betrug; Betrügerei; Fälschung; Gaukelei; Hehlerei; Hintergehung; Irreführung; Schwindel; Schwindelei Betrüge; Schwindler; Steuerhinterzüge
hoodwinkings Betrug; Schwindel
impostures Betrug; Schwindel
mess Bauernfängerei; Betrug; Betrügerei; Fälschung; Nepp; Pfuscherei; Pfuschwerk; Schiebung; Schwindel; Schwindelei Anhäufung; Aufhäufung; Chaos; Durcheinander; Geschmier; Geschmiere; Gesudel; Getue; Gewirr; Kram; Krempel; Mühe; Pfuscherei; Plunder; Rommel; Rummel; Sammelsurium; Sauerei; Sauwirtschaft; Schererei; Scherereien; Schmiererei; Schutthaufen; Schweinerei; Sudelei; Trara; Trümmerhaufen; Umstände; Unordnung; Verwirrung; Verworrenheit; Verwüstung; Wirbel; Wirrwarr; viel Mühe
messing Pfuscherei; Pfuschwerk; Schummelei; Schwindel; Schwindelei; Veruntreuung Gepfusche; Gequake; Geschmier; Geschmiere; Gestümper; Gesudel; Pfuscherei; Schummelei
swindle Bauernfängerei; Betrug; Betrügerei; Fälschung; Gaukelei; Hehlerei; Hintergehung; Irreführung; Schwindel; Schwindelei Bauernfängerei; Hereinlegung; Schwindelei; Schwindeln; Unterschlagung; Veruntreuung
swindling Bauernfängerei; Betrug; Betrugerei; Betrügerei; Fälschung; Hintergehung; Irreführung; Nepp; Pfuscherei; Pfuschwerk; Schiebung; Schwindel; Schwindelei; Täuschung Unterschlagung; Veruntreuung
tampering Pfuscherei; Pfuschwerk; Schummelei; Schwindel; Schwindelei; Veruntreuung Schummelei
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
con begaunern; bemogeln; beschummeln; beschwindeln; betrügen; neppen; prellen; übervorteilen
mess abtropfen; auslecken; beflecken; beklecksen; beschmieren; beschmutzen; durchsickern; fummeln; herauströpfeln; kleckern; laufen; manschen; panschen; pfuschen; schmieren; schweinigeln; sickern; stümpern; triefen; tropfen; tröpfeln; verderben; vergeuden; vergießen; verhunzen; verkrümeln; vermasseln; vermurksen; verpfuschen; verschmutzen; verschwenden; vertun; verunreinigen
swindle aufziehen; begaunern; bemogeln; bescheißen; beschummeln; beschwindeln; betrügen; foppen; hereinlegen; hintergehen; hinters Licht führen; irreführen; neppen; prellen; verarschen; übervorteilen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bungling stümperhaft

Synoniemen voor "Schwindel":


Wiktionary: Schwindel

Schwindel
noun
  1. state of being dizzy
  2. trickery, hoaxing
  3. an instance of swindling
  4. sensation of whirling and loss of balance
Cross Translation:
FromToVia
• Schwindel → swindle ↔ oplichting — bedrog waarbij men iemand geld of goed afhandig weet te maken
• Schwindel → swindle ↔ oplichterij — bedrog waarbij men iemand geld of goed afhandig weet te maken
• Schwindel → con; flimflam; rip-off ↔ charlatanerie — (familier, fr) propos ou façon d’agir d’un charlatan.
• Schwindel → mystification ↔ mystification — action de mystifier, de berner, de duper.
• Schwindel → fool’s trap; crookery; fraud; knee-jerk trap; swindle ↔ piège à cons — argot militaire|fr opération menant au désastre.
• Schwindel → dizziness; dizzyness ↔ vertige — Tournoiement de tête, indisposition dans laquelle il semble que tout tourne.
• Schwindel → vertigo; dizzy spell ↔ vertige — Propension à ce malaise.







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0743 seconde
Page rendered in 1.0 seconds