Duits
Uitgebreide vertaling voor plus (Duits) in het Engels
plus:
-
plus (obendrauf)
plus; in addition to; above-
plus bijvoeglijk naamwoord
-
in addition to bijvoeglijk naamwoord
-
above bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor plus:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
and | Pluszeichen | |
plus | Pluszeichen | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
plus | obendrauf; plus | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
'n | plus; und | |
and | plus; und | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
above | obendrauf; plus | darüber; droben; emporsteigend; obenauf; vorbei; vorüber; über |
in addition to | obendrauf; plus | nebst |
Synoniemen voor "plus":
Engels
Uitgebreide vertaling voor plus (Engels) in het Duits
plus:
-
plus (in addition to; above)
Vertaal Matrix voor plus:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Pluszeichen | and; plus; plus sign | PLUS SIGN; addition operator; plus sign |
- | addition; asset; summation | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | positive | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
plus | 'n; and | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
obendrauf | above; in addition to; plus | |
plus | above; in addition to; plus |
Verwante woorden van "plus":
Synoniemen voor "plus":
Antoniemen van "plus":
Verwante definities voor "plus":
Wiktionary: plus
plus
Cross Translation:
en-con
plus
-
arithmetic: sum
- plus → plus
adverb
-
Mathematik: größer als Null
-
ein Pluszeichen (+)
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• plus | → plus | ↔ plus — en, daarbij |