Lunch: vertaling Duits

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

Lunch:
- lunch; luncheon; dejeuner; tiffin
Wiktionary:
- Lunch → luncheon, lunch

Engels naar Duits: Meer gegevens...

lunch:
- lunchen; essen
- Mittagsbrot; Mittagessen; Frühstück; Mittagspause; Arbeitspause; Lunch
Wiktionary:
- lunch → [[zu Mittag essen]], lunchen, mittagessen
- lunch → Mittagessen, Lunch
- lunch → lunchen

Duits

Uitgebreide vertaling voor Lunch (Duits) in het Engels

Lunch:

Lunch [der ~] zelfstandig naamwoord

der Lunch (Mittagessen)
the lunch; the luncheon; the dejeuner; the tiffin
– a midday meal ¹
- lunch [the ~] zelfstandig naamwoord
- luncheon [the ~] zelfstandig naamwoord
- dejeuner [the ~] zelfstandig naamwoord
- tiffin [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Lunch:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
dejeuner	Lunch; Mittagessen
lunch	Lunch; Mittagessen	Arbeitspause; Frühstück; Mittagessen; Mittagsbrot; Mittagspause
luncheon	Lunch; Mittagessen	Mittagessen; Mittagsbrot
tiffin	Lunch; Mittagessen
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
lunch		essen; lunchen

Synoniemen voor "Lunch":

Mittagessen; Essen; Gericht; Mahl; Mahlzeit; Speise

Wiktionary: Lunch

Lunch

noun

-
- luncheon → Mittagsessen; Mittagsrunde; Lunch
meal around midday
- lunch → Mittagessen; Lunch

Computer vertaling door derden:

Engels

Uitgebreide vertaling voor Lunch (Engels) in het Duits

lunch:

to lunch werkwoord (lunches, lunched, lunching)

to lunch (have lunch)
lunchen; essen
- lunchen werkwoord
- essen werkwoord (esse, ißt, aß, aßt, gegessen)

Conjugations for lunch:

present

lunch
lunch
lunches
lunch
lunch
lunch

simple past

lunched
lunched
lunched
lunched
lunched
lunched

present perfect

have lunched
have lunched
has lunched
have lunched
have lunched
have lunched

past continuous

was lunching
were lunching
was lunching
were lunching
were lunching
were lunching

future

shall lunch
will lunch
will lunch
shall lunch
will lunch
will lunch

continuous present

am lunching
are lunching
is lunching
are lunching
are lunching
are lunching

subjunctive

be lunched
be lunched
be lunched
be lunched
be lunched
be lunched

diverse

lunch!
let's lunch!
lunched
lunching

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

lunch [the ~] zelfstandig naamwoord

the lunch (packed lunch; packed meal; luncheon)

– a midday meal ¹
Mittagsbrot; Mittagessen
- Mittagsbrot [das ~] zelfstandig naamwoord
- Mittagessen [das ~] zelfstandig naamwoord
the lunch (cold lunch)

– a midday meal ¹
Frühstück; Mittagessen
- Frühstück [das ~] zelfstandig naamwoord
- Mittagessen [das ~] zelfstandig naamwoord
the lunch (lunch break; lunch time; lunch hour; break)

– a midday meal ¹
die Mittagspause; die Arbeitspause
- Mittagspause [die ~] zelfstandig naamwoord
- Arbeitspause [die ~] zelfstandig naamwoord
the lunch (luncheon; dejeuner; tiffin)

– a midday meal ¹
der Lunch; Mittagessen
- Lunch [der ~] zelfstandig naamwoord
- Mittagessen [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor lunch:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Arbeitspause	break; lunch; lunch break; lunch hour; lunch time	break; dinnertime; intermission; interval; lunch hour; pause; recess; rest-break; time for dinner; working break
Frühstück	cold lunch; lunch	breakfast
Lunch	dejeuner; lunch; luncheon; tiffin
Mittagessen	cold lunch; dejeuner; lunch; luncheon; packed lunch; packed meal; tiffin
Mittagsbrot	lunch; luncheon; packed lunch; packed meal
Mittagspause	break; lunch; lunch break; lunch hour; lunch time	break; dinnertime; intermission; interval; lunch break; lunch hour; lunch time; pause; recess; rest-break; time for dinner
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
essen	have lunch; lunch	consume; dine; dine out; dispatch; eat; eat heartily; eat hungrily; eat up; feed; finish; gnaw; grab a bite; have a meal; have dinner; have something to eat; having a good feed; munch; nibble; nourish; nybble; peck; pick; sup; wine and dine; work inside
lunchen	have lunch; lunch
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	luncheon

Verwante woorden van "lunch":

lunching, lunches

Synoniemen voor "lunch":

luncheon; tiffin; dejeuner; meal; repast
eat
feed; give

Verwante definities voor "lunch":

a midday meal¹
take the midday meal¹
- At what time are you lunching?¹
provide a midday meal for¹
- She lunched us well¹

Wiktionary: lunch

lunch

verb

to eat lunch
- lunch → [[zu Mittag essen]]; lunchen

noun

meal around midday
- lunch → Mittagessen; Lunch

lunch

verb

österreichisch: zu Mittag essen
- mittagessen → lunch

noun

Mahlzeit, die zur Mittagszeit eingenommen wird
- Mittagessen → lunch

Cross Translation:

From	To	Via
• lunch	→ lunchen	↔ lunchen — de lunch gebruiken

Computer vertaling door derden:

Duitse en Engelse zoekresultaten voor: Lunch

Uitgebreide vertaling voor Lunch (Duits) in het Engels

Lunch:

Lunch [der ~] zelfstandig naamwoord

der Lunch (Mittagessen)

Vertaal Matrix voor Lunch:

Synoniemen voor "Lunch":

Wiktionary: Lunch

Uitgebreide vertaling voor Lunch (Engels) in het Duits

lunch:

to lunch werkwoord (lunches, lunched, lunching)

to lunch (have lunch)

Conjugations for lunch:

present

simple past

present perfect

past continuous

future

continuous present

subjunctive

diverse

lunch [the ~] zelfstandig naamwoord

the lunch (packed lunch; packed meal; luncheon)

the lunch (cold lunch)

the lunch (lunch break; lunch time; lunch hour; break)

the lunch (luncheon; dejeuner; tiffin)

Vertaal Matrix voor lunch:

Verwante woorden van "lunch":

Synoniemen voor "lunch":

Verwante definities voor "lunch":

Wiktionary: lunch

Verwante vertalingen van Lunch