Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Zoek: Ausweg

Duitse en Engelse zoekresultaten voor: Ausweg

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

ausweg:
- way out; possible escape; escape route
Ausweg:
- way out; exit
Wiktionary:
- Ausweg → solution, way out, expedient, exit, resort
- Ausweg → angle, bias, device, detour, resort

Duits

Uitgebreide vertaling voor Ausweg (Duits) in het Engels

ausweg:

ausweg [der ~] zelfstandig naamwoord

der ausweg (Ausbruchsmöglichkeit)
the way out; the possible escape; the escape route
- way out [the ~] zelfstandig naamwoord
- possible escape [the ~] zelfstandig naamwoord
- escape route [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor ausweg:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
escape route	Ausbruchsmöglichkeit; ausweg	Fluchtweg
possible escape	Ausbruchsmöglichkeit; ausweg
way out	Ausbruchsmöglichkeit; ausweg	Ausgang; Ausweg

Ausweg:

Ausweg [der ~] zelfstandig naamwoord

der Ausweg (Ausgang)
the way out; the exit
- way out [the ~] zelfstandig naamwoord
- exit [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Ausweg:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
exit	Ausgang; Ausweg	Ausfahrt
way out	Ausgang; Ausweg	Ausbruchsmöglichkeit; ausweg
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
exit		beenden

Synoniemen voor "Ausweg":

Hintertür

Wiktionary: Ausweg

Ausweg

noun

im übertragenen Sinne: rettende Lösung in einer schwierigen Situation
- Ausweg → solution; way out
Weg, der aus einem (meist unangenehmen oder gefährlichen) Ort hinaus führen
- Ausweg → way out

Ausweg

noun

a means for achieving an end
- expedient → Ausflucht; Ausweg; Hilfsmittel; Mittel; Nothilfe; Notlösung
way out
- exit → Ausfahrt; Ausweg
something or someone turned to for safety
- resort → Ausweg; Zuflucht

Cross Translation:

From	To	Via
• Ausweg	→ angle; bias; device	↔ biais — obliquité, ligne ou sens oblique.
• Ausweg	→ detour; resort	↔ détour — action de s’écarter du chemin direct.
• Ausweg	→ resort	↔ faux-fuyant — défaite ; échappatoire.