Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Zoek: Hausfrau

Duitse en Engelse zoekresultaten voor: Hausfrau

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

Hausfrau:
- housewife
Wiktionary:
- Hausfrau → homemaker, housewife, hausfrau, Hausfrau, housekeeper

Engels naar Duits: Meer gegevens...

Hausfrau:
- Wiktionary:
  Hausfrau → Hausfrau

Duits

Uitgebreide vertaling voor Hausfrau (Duits) in het Engels

Hausfrau:

Hausfrau [die ~] zelfstandig naamwoord

die Hausfrau
the housewife
- housewife [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Hausfrau:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
housewife	Hausfrau

Wiktionary: Hausfrau

Hausfrau

noun

eine Frau, die Hausarbeiten erledigt
- Hausfrau → homemaker; housewife; hausfrau; Hausfrau

Hausfrau

noun

female head of household
- housewife → Hausfrau
one who looks after the home by herself
- housekeeper → Hausfrau