Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Habitat:
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. habitat:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Habitat (Duits) in het Engels

Habitat:


Synoniemen voor "Habitat":


Wiktionary: Habitat

Habitat
noun
  1. Biologie: charakteristischer Wohn- oder Standort, den eine Pflanzen- oder Tierart besiedelt
Habitat
noun
  1. natural conditions in which a plant or animal lives

Cross Translation:
FromToVia
Habitat habitat habitat — het natuurlijke leefgebied van een organisme



Engels

Uitgebreide vertaling voor Habitat (Engels) in het Duits

habitat:

habitat [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the habitat (place of residence; residence; domicile; )
    der Wohnplatz; der Wohnort; der Wohnsitz
  2. the habitat (territory)
    Territorium; der Kreis; Revier
    • Territorium [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Kreis [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Revier [das ~] zelfstandig naamwoord
  3. the habitat

Vertaal Matrix voor habitat:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Kreis habitat; territory association; circle; circlet; circular shape; club; coronet; coronet of beads; corporation; craft; craft guild; craft union; guild; professional organisation; professional organization; ring; society; string of beads; union
Revier habitat; territory area; territory
Territorium habitat; territory area; territory
Wohnort address; domicile; dwelling place; habitat; home; place of residence; residence base; home; house; residence
Wohnplatz address; domicile; dwelling place; habitat; home; place of residence; residence
Wohnsitz address; domicile; dwelling place; habitat; home; place of residence; residence base; domicile; home; house; place of business; residence
- home ground
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
Wohnmilieu habitat
- finding-place; locality

Verwante woorden van "habitat":

  • habitats

Synoniemen voor "habitat":


Verwante definities voor "habitat":

  1. the type of environment in which an organism or group normally lives or occurs1
    • a marine habitat1

Wiktionary: habitat

habitat
noun
  1. natural conditions in which a plant or animal lives
habitat
noun
  1. Biologie: der charakteristische Wohnort bzw. Standort einer Tier- oder Pflanzenart
  2. Biologie: charakteristischer Wohn- oder Standort, den eine Pflanzen- oder Tierart besiedelt

Cross Translation:
FromToVia
habitat Habitat habitat — het natuurlijke leefgebied van een organisme