Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. brutto:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor brutto (Duits) in het Engels

brutto:

brutto bijvoeglijk naamwoord

  1. brutto
    gross
    • gross bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor brutto:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gross Mehrheit; Mehrzahl; größten Teils
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gross brutto abgestanden; arg; banal; bäuerisch; derb; dick; dumpf; dumpfig; dürftig; ekelhaft; falsch; faul; fett; fettartig; fettig; fürchterlich; garstig; grob; heimtückisch; hinterhältig; hinterlistig; obszön; platt; rüde; schal; schamlos; schlüpfrig; schmierig; schmuddelig; schmutzig; schmählich; schofel; schuftig; schäbig; schändlich; trivial; unflätig; ungehobelt; ungeschlacht; ungeschliffen

Wiktionary: brutto

brutto
adjective
  1. whole amount, total