Argument: vertaling Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

Argument:
- argument
Wiktionary:
- Argument → argument
- Argument → argument

Engels naar Duits: Meer gegevens...

argument:
- Argument; Konflikt; Krach; Meinungsverschiedenheit; Zusammenstoß; Streit; Schlägerei; Diskussion; Streitigkeit; Auseinandersetzung; Kämpfe; Kampf; Kollision; Gefecht; Anprall; Spektakel; Twist; Uneinigkeit; Stoß; Balgerei; Zank; Fehde; Zwietracht; Wortwechsel; Streitgespräch; Wortstreit; Plädoyer; Verteidigung; Argumentation; Gedankengang; Beweisführung; Differenz; Zwiespältigkeit; Unfriede; Gegenrede
Wiktionary:
- argument → Argument, Streitgespräch, Diskussion, Streit, Argumentation, Auseinandersetzung
- argument → Argument

Duits

Uitgebreide vertaling voor Argument (Duits) in het Engels

Argument:

Argument [das ~] zelfstandig naamwoord

Argument
the argument
- argument [the ~] zelfstandig naamwoord
Argument
the argument
– A value that a function or a method uses to perform operations or calculations. The type of argument is specific to the function or method. Common arguments include numbers, text, cell references, and names. ¹
- argument [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Argument:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
argument	Argument	Anprall; Argumentation; Auseinandersetzung; Balgerei; Beweisführung; Differenz; Diskussion; Fehde; Gedankengang; Gefecht; Gegenrede; Kampf; Kollision; Konflikt; Krach; Kämpfe; Meinungsverschiedenheit; Plädoyer; Schlägerei; Spektakel; Stoß; Streit; Streitgespräch; Streitigkeit; Twist; Uneinigkeit; Unfriede; Verteidigung; Wortstreit; Wortwechsel; Zank; Zusammenstoß; Zwiespältigkeit; Zwietracht

Synoniemen voor "Argument":

Begründung; Beleg; Beweis; Beweisgrund; Grund; Prämisse

Wiktionary: Argument

Argument

noun

eine Aussage oder eine Kette von Schlussfolgerungen, die zur Begründung einer anderen Aussage (oder Behauptung) herangezogen wird
- Argument → argument

Argument

noun

variable that is being passed to a function
- argument → Argument
fact or statement used to support a proposition; a reason
- argument → Argument

Cross Translation:

From	To	Via
• Argument	→ argument	↔ argument — een aangevoerd feit in een discussie om een zienswijze te ondersteunen

Engels

Uitgebreide vertaling voor Argument (Engels) in het Duits

argument:

argument [the ~] zelfstandig naamwoord

the argument
Argument
- Argument [das ~] zelfstandig naamwoord
the argument (disagreement; conflict; dispute; row; quarrel; discord; difference of opinion)
der Konflikt; der Krach; die Meinungsverschiedenheit; der Zusammenstoß; der Streit; die Schlägerei; die Diskussion; die Streitigkeit; die Auseinandersetzung; die Kämpfe; der Kampf; die Kollision; Gefecht; der Anprall; Spektakel; der Twist; die Uneinigkeit; der Stoß; die Balgerei; der Zank; die Fehde; die Zwietracht; der Wortwechsel; Streitgespräch
- Konflikt [der ~] zelfstandig naamwoord
- Krach [der ~] zelfstandig naamwoord
- Meinungsverschiedenheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Zusammenstoß [der ~] zelfstandig naamwoord
- Streit [der ~] zelfstandig naamwoord
- Schlägerei [die ~] zelfstandig naamwoord
- Diskussion [die ~] zelfstandig naamwoord
- Streitigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Auseinandersetzung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Kämpfe [die ~] zelfstandig naamwoord
- Kampf [der ~] zelfstandig naamwoord
- Kollision [die ~] zelfstandig naamwoord
- Gefecht [das ~] zelfstandig naamwoord
- Anprall [der ~] zelfstandig naamwoord
- Spektakel [das ~] zelfstandig naamwoord
- Twist [der ~] zelfstandig naamwoord
- Uneinigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Stoß [der ~] zelfstandig naamwoord
- Balgerei [die ~] zelfstandig naamwoord
- Zank [der ~] zelfstandig naamwoord
- Fehde [die ~] zelfstandig naamwoord
- Zwietracht [die ~] zelfstandig naamwoord
- Wortwechsel [der ~] zelfstandig naamwoord
- Streitgespräch [das ~] zelfstandig naamwoord
the argument (battle of words; disputation; quarrel; disagreement; verbal sword-play; dispute; squabble; verbal duel; debate; verbal dispute)
Streitgespräch; der Wortstreit
- Streitgespräch [das ~] zelfstandig naamwoord
- Wortstreit [der ~] zelfstandig naamwoord
the argument (plea bargain; plea)
Plädoyer; die Verteidigung
- Plädoyer [das ~] zelfstandig naamwoord
- Verteidigung [die ~] zelfstandig naamwoord
the argument (reasoning; line of thought)
die Argumentation; der Gedankengang; die Beweisführung
- Argumentation [die ~] zelfstandig naamwoord
- Gedankengang [der ~] zelfstandig naamwoord
- Beweisführung [die ~] zelfstandig naamwoord
the argument (unease about; disagreement; discord)
die Uneinigkeit; der Streit; die Differenz; die Streitigkeit; die Zwiespältigkeit; die Unfriede
- Uneinigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Streit [der ~] zelfstandig naamwoord
- Differenz [die ~] zelfstandig naamwoord
- Streitigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Zwiespältigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Unfriede [die ~] zelfstandig naamwoord
the argument (counterargumentation)
die Gegenrede
- Gegenrede [die ~] zelfstandig naamwoord
the argument

– A value that a function or a method uses to perform operations or calculations. The type of argument is specific to the function or method. Common arguments include numbers, text, cell references, and names. ¹
Argument
- Argument [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor argument:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Anprall	argument; conflict; difference of opinion; disagreement; discord; dispute; quarrel; row	blow; buffer; bump; bumper; jab; nudge; punch; push; shove; thrust
Argument	argument
Argumentation	argument; line of thought; reasoning	argumentation; method of reasoning; reasoning; style of argumentation
Auseinandersetzung	argument; conflict; difference of opinion; disagreement; discord; dispute; quarrel; row	argumentation; association; controversy; conversation; debating society; derision of property; determination of position; difference of opinion; disagreement; discussion; dispute; elucidation; partition of the estate; quarrel; reasoning; row; society; squabble; struggle; twist; wrangle; wrestle
Balgerei	argument; conflict; difference of opinion; disagreement; discord; dispute; quarrel; row	fight; scuffle; struggle; tussle; wrestle
Beweisführung	argument; line of thought; reasoning	argumentation; elucidation; line of thought; reasoning; train of thought
Differenz	argument; disagreement; discord; unease about	association; controversy; coupon; debating society; difference; difference of opinion; disagreement; dispute; quarrel; row; society; squabble; token; twist; voucher; wrangle
Diskussion	argument; conflict; difference of opinion; disagreement; discord; dispute; quarrel; row	association; conversation; debate; debating society; discussion; society
Fehde	argument; conflict; difference of opinion; disagreement; discord; dispute; quarrel; row	animosity; enmity; feud; rancor; rancour; struggle; wrestle
Gedankengang	argument; line of thought; reasoning	argumentation; line of thought; reasoning; train of thought
Gefecht	argument; conflict; difference of opinion; disagreement; discord; dispute; quarrel; row	struggle; wrestle
Gegenrede	argument; counterargumentation	answer; contradiction; evidence of the contrary; objection; proof of the contrary; protest; reaction; rebuttal; refutation; reply; response; retort
Kampf	argument; conflict; difference of opinion; disagreement; discord; dispute; quarrel; row	battle; games; match; struggle; war; wrestle
Kollision	argument; conflict; difference of opinion; disagreement; discord; dispute; quarrel; row	collision; crash; hit; smash
Konflikt	argument; conflict; difference of opinion; disagreement; discord; dispute; quarrel; row	collision; conflict; contention; in-fighting; quarrel; squabble; struggle; wrangle; wrestle
Krach	argument; conflict; difference of opinion; disagreement; discord; dispute; quarrel; row	bang; blast; boom; bump; cabal; clamor; clamour; crash; din; disorder; disturbance; hubbub; hullabaloo; hum; interference; movement; noise; racket; roar; row; rumor; rumour; rumpus; smack; struggle; thud; thump; trouble; tumult; tumultuousness; wrestle
Kämpfe	argument; conflict; difference of opinion; disagreement; discord; dispute; quarrel; row	competitions; contests; games; matches; struggle; wrestle
Meinungsverschiedenheit	argument; conflict; difference of opinion; disagreement; discord; dispute; quarrel; row	association; controversy; debating society; difference of opinion; disagreement; dispute; quarrel; row; society; squabble; struggle; twist; wrangle; wrestle
Plädoyer	argument; plea; plea bargain	indictments; requisitory
Schlägerei	argument; conflict; difference of opinion; disagreement; discord; dispute; quarrel; row	brawl; brawls; combats; commotion; disturbance; fight; fights; fisticuffs; free-for-all; pandemonium; rebellion; revolt; riot; scuffle; struggle; tussle; wrestle
Spektakel	argument; conflict; difference of opinion; disagreement; discord; dispute; quarrel; row	bedlam; clamor; clamour; commotion; din; howling; hubbub; hullabaloo; hum; movement; noise; pandemonium; racket; roar; roaring; rumor; rumour; showpiece; spectacle; tumult; tumultuousness; uproar; yelling
Stoß	argument; conflict; difference of opinion; disagreement; discord; dispute; quarrel; row	accumulation; bang; blow; boot; buffer; bump; bumper; bumping into; colliding with; crashing into; heap; jab; kick; kicking; load; nudge; pile; piling up; punch; push; shake; shove; slap; swim stroke; thrust; thud; thump
Streit	argument; conflict; difference of opinion; disagreement; discord; dispute; quarrel; row; unease about	arguing; bickering; competition; contest; controversy; discontent; discord; displeasure; dissatisfaction; game; match; play; quarrel; quarreling; quibbling; set; squabble; squabbling; struggle; wrangle; wrangling; wrestle
Streitgespräch	argument; battle of words; conflict; debate; difference of opinion; disagreement; discord; disputation; dispute; quarrel; row; squabble; verbal dispute; verbal duel; verbal sword-play	association; controversy; conversation; debating society; difference of opinion; disagreement; discussion; dispute; quarrel; row; society; squabble; twist; wrangle
Streitigkeit	argument; conflict; difference of opinion; disagreement; discord; dispute; quarrel; row; unease about	quarrel; squabble; struggle; wrangle; wrestle
Twist	argument; conflict; difference of opinion; disagreement; discord; dispute; quarrel; row	controversy; disagreement; dispute; quarrel; squabble; struggle; wrangle; wrestle
Uneinigkeit	argument; conflict; difference of opinion; disagreement; discord; dispute; quarrel; row; unease about	conflict; controversy; disagreement; discontent; discontentedness; discord; disgruntlement; disharmony; displeasure; dispute; dissatisfaction; dissension; disunity; division; ill-pleasure; malcontentedness; quarrel; squabble; wrangle
Unfriede	argument; disagreement; discord; unease about	discontent; discontentedness; discord; disgruntlement; displeasure; dissatisfaction; ill-pleasure; malcontentedness
Verteidigung	argument; plea; plea bargain	defence; defense; resistance
Wortstreit	argument; battle of words; debate; disagreement; disputation; dispute; quarrel; squabble; verbal dispute; verbal duel; verbal sword-play
Wortwechsel	argument; conflict; difference of opinion; disagreement; discord; dispute; quarrel; row	difference of opinion; dispute; quarrel; row; squabble; twist; wrangle
Zank	argument; conflict; difference of opinion; disagreement; discord; dispute; quarrel; row	controversy; disagreement; dispute; quarrel; struggle; wrestle
Zusammenstoß	argument; conflict; difference of opinion; disagreement; discord; dispute; quarrel; row	blow; buffer; bump; bumper; bumping into; colliding with; collision; crash; crashing into; hit; jab; nudge; punch; push; shove; smash; thrust
Zwiespältigkeit	argument; disagreement; discord; unease about	ambiguity; conflict; discord; disharmony; dissension; disunity; division; dualism
Zwietracht	argument; conflict; difference of opinion; disagreement; discord; dispute; quarrel; row	conflict; discord; disharmony; dissension; disunity; division; quarrel; squabble; wrangle
-	arguing; argumentation; contention; contestation; controversy; debate; disceptation; disputation; line; line of reasoning; literary argument; logical argument; parameter; statement; tilt
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Anprall		impact

Verwante woorden van "argument":

arguments

Synoniemen voor "argument":

statement; evidence
controversy; contention; contestation; disputation; disceptation; tilt; arguing; dispute; difference; difference of opinion; conflict
argumentation; debate; discussion; give-and-take; word
literary argument; summary; sum-up
variable; variable quantity

Verwante definities voor "argument":

a course of reasoning aimed at demonstrating a truth or falsehood; the methodical process of logical reasoning²
a variable in a logical or mathematical expression whose value determines the dependent variable; if f(x)=y, x is the independent variable²
(computer science) a reference or value that is passed to a function, procedure, subroutine, command, or program²
a summary of the subject or plot of a literary work or play or movie²
- the editor added the argument to the poem²
a fact or assertion offered as evidence that something is true²
- it was a strong argument that his hypothesis was true²
a discussion in which reasons are advanced for and against some proposition or proposal²
- the argument over foreign aid goes on and on²
a contentious speech act; a dispute where there is strong disagreement²
- they were involved in a violent argument²
A value that a function or a method uses to perform operations or calculations. The type of argument is specific to the function or method. Common arguments include numbers, text, cell references, and names.¹

Wiktionary: argument

argument

noun

variable that is being passed to a function
- argument → Argument
verbal dispute; a quarrel
- argument → Streitgespräch; Diskussion; Streit; Streitgespräch
process of reasoning
- argument → Argumentation
fact or statement used to support a proposition; a reason
- argument → Argument

argument

noun

heftig ausgetragene Kollision von Interessen oder Meinungen
- Streit → argument; dispute; quarrel; contest
eingehende kritische Beschäftigung (mit etwas)
- Auseinandersetzung → argument
eine Aussage oder eine Kette von Schlussfolgerungen, die zur Begründung einer anderen Aussage (oder Behauptung) herangezogen wird
- Argument → argument

Cross Translation:

From	To	Via
• argument	→ Argument	↔ argument — een aangevoerd feit in een discussie om een zienswijze te ondersteunen

Verwante vertalingen van Argument

Remove Ads

Duitse en Engelse zoekresultaten voor: Argument

Uitgebreide vertaling voor Argument (Duits) in het Engels

Argument:

Argument [das ~] zelfstandig naamwoord

Argument

Argument

Vertaal Matrix voor Argument:

Synoniemen voor "Argument":

Wiktionary: Argument

Uitgebreide vertaling voor Argument (Engels) in het Duits

argument:

argument [the ~] zelfstandig naamwoord

the argument

the argument (disagreement; conflict; dispute; row; quarrel; discord; difference of opinion)

the argument (battle of words; disputation; quarrel; disagreement; verbal sword-play; dispute; squabble; verbal duel; debate; verbal dispute)

the argument (plea bargain; plea)

the argument (reasoning; line of thought)

the argument (unease about; disagreement; discord)

the argument (counterargumentation)

the argument

Vertaal Matrix voor argument:

Verwante woorden van "argument":

Synoniemen voor "argument":

Verwante definities voor "argument":

Wiktionary: argument

Verwante vertalingen van Argument