Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Zoek: Gestalt

Duitse en Engelse zoekresultaten voor: Gestalt

Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Gestalt:
  2. Wiktionary:
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. Gestalt:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Gestalt (Duits) in het Engels

Gestalt:

Gestalt [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Gestalt (Erscheinungsform; Erscheinung; Aussehen)
    the appearance; the exterior; the looks; the look
    • appearance [the ~] zelfstandig naamwoord
    • exterior [the ~] zelfstandig naamwoord
    • looks [the ~] zelfstandig naamwoord
    • look [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. die Gestalt (Aussehen; Ansicht; Äußere; )
    the appearance; the looks
    • appearance [the ~] zelfstandig naamwoord
    • looks [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. die Gestalt (Person; Wesen; Individuum; )
    the person; the being; the mortal; the individual; the human being
    • person [the ~] zelfstandig naamwoord
    • being [the ~] zelfstandig naamwoord
    • mortal [the ~] zelfstandig naamwoord
    • individual [the ~] zelfstandig naamwoord
    • human being [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. die Gestalt (Kondition; Form; Bedingung; )
    the condition; the shape
    • condition [the ~] zelfstandig naamwoord
    • shape [the ~] zelfstandig naamwoord
    the form
    – the visual appearance of something or someone 1
    • form [the ~] zelfstandig naamwoord
  5. die Gestalt (Figur; Erscheinung; Wuchs; Erscheinen; Statur)
    the posture; the stature; the figure; the shape; the build; the size
    • posture [the ~] zelfstandig naamwoord
    • stature [the ~] zelfstandig naamwoord
    • figure [the ~] zelfstandig naamwoord
    • shape [the ~] zelfstandig naamwoord
    • build [the ~] zelfstandig naamwoord
    • size [the ~] zelfstandig naamwoord
  6. die Gestalt (Äußere; Aussehen; Haltung)
    the appearance; the figure; the stature; the build
    • appearance [the ~] zelfstandig naamwoord
    • figure [the ~] zelfstandig naamwoord
    • stature [the ~] zelfstandig naamwoord
    • build [the ~] zelfstandig naamwoord
  7. die Gestalt (Mensch; Person; Wesen; )
    the person; the man; the human; the individual; the human being
    • person [the ~] zelfstandig naamwoord
    • man [the ~] zelfstandig naamwoord
    • human [the ~] zelfstandig naamwoord
    • individual [the ~] zelfstandig naamwoord
    • human being [the ~] zelfstandig naamwoord
  8. die Gestalt (Typ; Figur; Form)
    the character; the individual
  9. die Gestalt (Figur; Form; Statur; Geist; Gebilde)
    the figure; the shape
    • figure [the ~] zelfstandig naamwoord
    • shape [the ~] zelfstandig naamwoord
  10. die Gestalt (Kammerdiener; Hausdiener; Geselle; )
    the servant; the butler; the valet; the lackey; the pallbearer; the footman; the chamber servant; the man
    • servant [the ~] zelfstandig naamwoord
    • butler [the ~] zelfstandig naamwoord
    • valet [the ~] zelfstandig naamwoord
    • lackey [the ~] zelfstandig naamwoord
    • pallbearer [the ~] zelfstandig naamwoord
    • footman [the ~] zelfstandig naamwoord
    • chamber servant [the ~] zelfstandig naamwoord
    • man [the ~] zelfstandig naamwoord
  11. die Gestalt (Figur; Wuchs; Erscheinung; Statur; Positur)
    the figure; the shape; the size; the stature; the build
    • figure [the ~] zelfstandig naamwoord
    • shape [the ~] zelfstandig naamwoord
    • size [the ~] zelfstandig naamwoord
    • stature [the ~] zelfstandig naamwoord
    • build [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Gestalt:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
appearance Ansicht; Aussehen; Erscheinung; Erscheinungsform; Gestalt; Haltung; Statur; Äußere Allüren; Anblick; Ansehen; Ansicht; Augenscheinlichkeit; Aussehen; Erscheinen; Erscheinung; Erscheinungsbild; Erscheinungsform; Statur; Steigerung; Äußere
being Einzelne; Einzelperson; Einzelwesen; Gestalt; Herrschaft; Individuen; Individuum; Mensch; Menschenkind; Person; Sterbliche; Wesen Dasein; Existenz; Fortbestehen; Leben; Lebenswandel; Sein
build Aussehen; Erscheinen; Erscheinung; Figur; Gestalt; Haltung; Positur; Statur; Wuchs; Äußere Build; Grundgesetz; Konstituierung; Konstitution; Körperbau; Körperbeschaffentheit; Leibesbeschaffenheit; Verfassung
butler Bediente; Diener; Geselle; Gestalt; Hausdiener; Hecht; Herr; Kammerdiener; Kerl; Knecht; Mann; Stallknecht Hausdiener; Herrenknecht; Kammerdiener; Kellermeister
chamber servant Bediente; Diener; Geselle; Gestalt; Hausdiener; Hecht; Herr; Kammerdiener; Kerl; Knecht; Mann; Stallknecht
character Figur; Form; Gestalt; Typ Art; Charakter; Charaktereigenschaft; Charakterzug; Figur; Geck; Geisteskranke; Gemüt; Idiot; Irre; Irrsinnige; Kennzeichen; Mensch; Natur; Person; Rohling; Schlappschwanz; Schriftzeigen; Schwächling; Seele; Tollkopf; Verrückte; Vollidiot; Wahnsinnige; Wesen; Zeichen
condition Bedingung; Beschaffenheit; Bildung; Form; Gestalt; Gestaltung; Kondition; Verfassung Bedingung; Beschaffenheit; Erfordernis; Forderung; Gemütszustand; Klausel; Kondition; Kriterium; Maßstab; Voraussetzung; Vorbehalt; Zustand
exterior Aussehen; Erscheinung; Erscheinungsform; Gestalt Ansehen; Aussehen; Außenseite; Äußere
figure Aussehen; Erscheinen; Erscheinung; Figur; Form; Gebilde; Geist; Gestalt; Haltung; Positur; Statur; Wuchs; Äußere Erscheinen; Erscheinung; Erscheinungsform; Figur; Form; Geck; Geisteskranke; Grundgesetz; Idiot; Irre; Irrsinnige; Konstituierung; Konstitution; Körperbau; Körperbeschaffentheit; Leibesbeschaffenheit; Mensch; Numerus; Nummer; Person; Rangnummer; Rohling; Schlappschwanz; Schwächling; Statur; Tollkopf; Verfassung; Verrückte; Vollidiot; Wahnsinnige; Wesen; Zahl; Ziffer
footman Bediente; Diener; Geselle; Gestalt; Hausdiener; Hecht; Herr; Kammerdiener; Kerl; Knecht; Mann; Stallknecht Assistent; Aushilfe; Gehilfe; Gehilfin; Geselle; Hausdiener; Helfer; Hilfe; Mitarbeiter; Sekundant
form Bedingung; Beschaffenheit; Bildung; Form; Gestalt; Gestaltung; Kondition; Verfassung Firmung; Formular; Schulbank
human Einzelwesen; Figur; Gestalt; Mensch; Menschenkind; Person; Wesen
human being Einzelne; Einzelperson; Einzelwesen; Figur; Gestalt; Herrschaft; Individuen; Individuum; Mensch; Menschenkind; Person; Sterbliche; Wesen Mensch; Menschenkind; Person
individual Einzelne; Einzelperson; Einzelwesen; Figur; Form; Gestalt; Herrschaft; Individuen; Individuum; Mensch; Menschenkind; Person; Sterbliche; Typ; Wesen Einzelgänger; Einzelne; Einzelperson; Einzelwesen; Individuum
lackey Bediente; Diener; Geselle; Gestalt; Hausdiener; Hecht; Herr; Kammerdiener; Kerl; Knecht; Mann; Stallknecht Hausdiener; Herrenknecht; Kammerdiener
look Aussehen; Erscheinung; Erscheinungsform; Gestalt Augenaufschläge; Augenblicke; Ausdruck; Blick; Einblick; Gesichtsausdruck; Redensart; Redewendung; Sprichwort; ansicht; Äußerung
looks Ansicht; Aussehen; Erscheinung; Erscheinungsform; Gestalt; Statur; Äußere Ansehen; Aussehen; Äußere
man Bediente; Diener; Einzelwesen; Figur; Geselle; Gestalt; Hausdiener; Hecht; Herr; Kammerdiener; Kerl; Knecht; Mann; Mensch; Menschenkind; Person; Stallknecht; Wesen Bruder; Bursche; Freund; Gatte; Gefährte; Gemahl; Geselle; Kerl; Kerlchen; Kumpel; Mann; Partner; Teilhaber; Typ; Weib; männliche Person
mortal Einzelne; Einzelperson; Einzelwesen; Gestalt; Herrschaft; Individuen; Individuum; Mensch; Menschenkind; Person; Sterbliche; Wesen
pallbearer Bediente; Diener; Geselle; Gestalt; Hausdiener; Hecht; Herr; Kammerdiener; Kerl; Knecht; Mann; Stallknecht
person Einzelne; Einzelperson; Einzelwesen; Figur; Gestalt; Herrschaft; Individuen; Individuum; Mensch; Menschenkind; Person; Sterbliche; Wesen
posture Erscheinen; Erscheinung; Figur; Gestalt; Statur; Wuchs Haltung; Körperhaltung; Postur
servant Bediente; Diener; Geselle; Gestalt; Hausdiener; Hecht; Herr; Kammerdiener; Kerl; Knecht; Mann; Stallknecht Bediente; Diener; Dienerin; Dienstbote; Dienstmädchen; Hausdiener; Herrenknecht; Kammerdiener; Knecht; Stallknecht
shape Bedingung; Beschaffenheit; Bildung; Erscheinen; Erscheinung; Figur; Form; Gebilde; Geist; Gestalt; Gestaltung; Kondition; Positur; Statur; Verfassung; Wuchs Erscheinen; Erscheinung; Erscheinungsform; Figur; Form; Gießform; Gußform; Shape; Statur; in Form sein
size Erscheinen; Erscheinung; Figur; Gestalt; Positur; Statur; Wuchs Abmessung; Anzahl; Ausdehnung; Ausmaß; Bedeutung; Dimension; Format; Größe; Inhalt; Menge; Quantität; Quantum; Volumen; Zahl
stature Aussehen; Erscheinen; Erscheinung; Figur; Gestalt; Haltung; Positur; Statur; Wuchs; Äußere Bedeutung; Grundgesetz; Konstituierung; Konstitution; Körperbau; Körperbeschaffentheit; Leibesbeschaffenheit; Sinn; Tendenz; Tragweite; Verfassung; Wert; Wichigkeit
valet Bediente; Diener; Geselle; Gestalt; Hausdiener; Hecht; Herr; Kammerdiener; Kerl; Knecht; Mann; Stallknecht Assistent; Aushilfe; Bauernknecht; Gehilfe; Gehilfin; Geselle; Hausdiener; Helfer; Herrenknecht; Hilfe; Kammerdiener; Knecht; Mitarbeiter; Sekundant; Stallknecht
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
build anbauen; aufbauen; aufführen; aufheben; aufrichten; aufrücken; aufsetzen; aufstellen; aufziehen; ausbauen; bauen; begründen; erbauen; erheben; errichten; erstellen; etablieren; gründen; hissen; kompilieren; konstruieren; setzen; starten; steigen; wallen; zusammenschlagen
figure aufführen; auftreten; darbieten; darstellen; figurieren
form aufstellen; bearbeiten; bilden; formen; formieren; gestalten; heranbilden; kneten; modellieren
look anblicken; anschauen; ansehen; ausschauen; aussehen; begucken; beleuchten; belichten; besehen; betrachten; beäugen; den Anschein haben; hinblicken; schauen; scheinen; sich ergeben; ähneln
man bemannen
shape bearbeiten; bilden; formen; gestalten; heranbilden; kneten; modellieren
size Größe anpassen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
human humanitär; menschlich
individual einzeln; individuell; persönlich
mortal sterblich
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
being daß heißt; daß ist

Synoniemen voor "Gestalt":


Wiktionary: Gestalt

Gestalt
noun
  1. äußerliche Beschaffenheit, der Habitus, die Figur eines Menschen
  2. eine unbekannte, nicht oder nur der Form, dem Umriss nach, schemenhaft zu erkennende Person
  3. herausragende Persönlichkeit, dichterische oder filmische Figur, Fantasiegeschöpf, verwandeltes Lebewesen
  4. die äußere Form, der Umriss, das Schema
Gestalt
noun
  1. structure of a person's body
  2. person
Cross Translation:
FromToVia
• Gestalt → figure ↔ postuur — de vorm van een rechtopstaande mens
• Gestalt → form; shape ↔ forme — Figure extérieure d’un corps, configuration d’une chose
• Gestalt → gestalt ↔ gestalt — psychologie|fr structure, forme à laquelle sont subordonnées les perceptions.
• Gestalt → cut; height; stature; figure; waist; size; measure; measurement; bulk; dimension; breadth; scale; scope; extent; range ↔ taille — coupe ; manière dont on couper certaines choses, dont elles tailler.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van Gestalt



Engels

Uitgebreide vertaling voor Gestalt (Engels) in het Duits

gestalt:


Verwante woorden van "gestalt":

  • gestalten

Synoniemen voor "gestalt":


Verwante definities voor "gestalt":

  1. a configuration or pattern of elements so unified as a whole that it cannot be described merely as a sum of its parts1

Wiktionary: gestalt

gestalt
Cross Translation:
FromToVia
• gestalt → Gestalt ↔ gestalt — psychologie|fr structure, forme à laquelle sont subordonnées les perceptions.

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.1228 seconde
Page rendered in 1.0 seconds