Flüchtling: vertaling Duits

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

Flüchtling:
- asylum seeker; refugee; exile; stateless person
Wiktionary:
- Flüchtling → refugee, fugitive
- Flüchtling → fugitive, refugee

Duits

Uitgebreide vertaling voor Flüchtling (Duits) in het Engels

der Flüchtling (Asylbewerber)
the asylum seeker; the refugee; the exile
- asylum seeker [the ~] zelfstandig naamwoord
- refugee [the ~] zelfstandig naamwoord
- exile [the ~] zelfstandig naamwoord
der Flüchtling (Asylbewerber)
the exile; the refugee
- exile [the ~] zelfstandig naamwoord
- refugee [the ~] zelfstandig naamwoord
der Flüchtling (Flüchtlinge)
the refugee
- refugee [the ~] zelfstandig naamwoord
der Flüchtling (Verbannte; Heimatlose)
the exile
- exile [the ~] zelfstandig naamwoord
der Flüchtling (Staatenlose; Heimatlose; Heimatvertriebene)
the stateless person
- stateless person [the ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
asylum seeker	Asylbewerber; Flüchtling
exile	Asylbewerber; Flüchtling; Heimatlose; Verbannte
refugee	Asylbewerber; Flüchtling; Flüchtlinge	Ausreißer; Deserteur; Fahnenflüchtiger
stateless person	Flüchtling; Heimatlose; Heimatvertriebene; Staatenlose	Staatenloser
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
exile		ausstossen; verbannen

Flüchtling

noun

Person, die ihre Heimat verlässt, um vor einer Gefahr zu fliehen
- Flüchtling → refugee

Flüchtling

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• Flüchtling	→ fugitive	↔ fugitif — (term, Substantivement) personne en fuite.
• Flüchtling	→ refugee	↔ réfugié — personne qui a quitter son pays ou sa région pour fuir un danger.