Duits
Uitgebreide vertaling voor bandagieren (Duits) in het Engels
bandagieren: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- Band: volume; bond; orchestra; link; band; binding; thickness; volume of poetry; collection of poems; strip; tape; noise level; sound level; sound intensity; sound volume
- agieren: deal; act; deal with; agitate; act as; function as
- Agieren: perform; operate; work; agitating
- binden: binding; bookbinding; tie; bind; lash; tie up
bandagieren:
Synoniemen voor "bandagieren":
Wiktionary: bandagieren
bandagieren
bandagieren
Cross Translation:
verb
-
to apply a bandage to something
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bandagieren | → bandage; bind; blindfold; flex; be stretched tight; strech; wind up; rack; strain; stress; tense; tighten; have a boner | ↔ bander — (familier, fr) Occitanie|fr exaspérer, gonfler. |
• bandagieren | → curry-comb; dress; bandage | ↔ panser — Soigner une plaie, une blessure, lui faire un pansement. |