Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Zoek: Verkäufer

Duitse en Engelse zoekresultaten voor: Verkäufer

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

Verkäufer:
- sellers; sales personnel; vendors; merchants; traders
Wiktionary:
- Verkäufer → salesman, salesperson, seller, shop assistant, vendor
- Verkäufer → salesman, seller, vendor, attendant, merchant, businessman

Duits

Uitgebreide vertaling voor Verkäufer (Duits) in het Engels

Verkäufer:

Verkäufer [der ~] zelfstandig naamwoord

der Verkäufer
the sellers; the sales personnel; the vendors; the merchants; the traders
- sellers [the ~] zelfstandig naamwoord
- sales personnel [the ~] zelfstandig naamwoord
- vendors [the ~] zelfstandig naamwoord
- merchants [the ~] zelfstandig naamwoord
- traders [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Verkäufer:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
merchants	Verkäufer	Kaufmänner
sales personnel	Verkäufer
sellers	Verkäufer
traders	Verkäufer	Kaufmänner
vendors	Verkäufer

Synoniemen voor "Verkäufer":

Handelsvertreter; Kaufmann; Verticker; Vertreiber; Vertreter; Händler

Wiktionary: Verkäufer

Verkäufer

noun

speziell: jemand der etwas gewerbsmäßig verkauft
- Verkäufer → salesman; salesperson
allgemein: jemand der etwas verkaufen
- Verkäufer → seller

Verkäufer

noun

man whose job it is to sell things
- salesman → Verkäufer
salesman or saleswoman
- salesperson → Verkäufer; Verkäuferin
someone who sells
- seller → Verkäufer; Verkäuferin
shop employee
- shop assistant → Verkäufer; Verkäuferin
A person or a company that vends or sells
- vendor → Verkäufer; Verkäuferin

Cross Translation:

From	To	Via
• Verkäufer	→ salesman; seller	↔ verkoper — iemand die goederen of diensten verkoopt
• Verkäufer	→ salesman; vendor; attendant; merchant; businessman	↔ marchand — Personne qui a pour profession d’acheter et de vendre

Computer vertaling door derden: