Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Zoek: Tischler

Duitse en Engelse zoekresultaten voor: Tischler

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

Tischler:
- carpenter; joiner; furniture maker; cabinetmaker
Wiktionary:
- Tischler → joiner, carpenter, cabinetmaker, woodworker
- Tischler → joiner, cabinetmaker, carpenter

Duits

Uitgebreide vertaling voor Tischler (Duits) in het Engels

Tischler:

Tischler [der ~] zelfstandig naamwoord

der Tischler (Zimmermann; Schreiner)
the carpenter; the joiner
- carpenter [the ~] zelfstandig naamwoord
- joiner [the ~] zelfstandig naamwoord
der Tischler (Schreiner)
the furniture maker; the cabinetmaker
- furniture maker [the ~] zelfstandig naamwoord
- cabinetmaker [the ~] zelfstandig naamwoord
der Tischler (Möbeltischler; Schreiner)
the furniture maker
- furniture maker [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Tischler:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
cabinetmaker	Schreiner; Tischler	Schreiner
carpenter	Schreiner; Tischler; Zimmermann	Holzbearbeiter
furniture maker	Möbeltischler; Schreiner; Tischler
joiner	Schreiner; Tischler; Zimmermann

Synoniemen voor "Tischler":

Holzmechaniker; Schreiner; Handarbeiter; Handwerker

Wiktionary: Tischler

Tischler

noun

Handwerker, der aus Holz Möbel oder Fenster und Türen herstellt
- Tischler → joiner

Tischler

noun

maker of wooden furniture
- joiner → Tischler; Schreiner
carpentry person
- carpenter → Schreiner; Tischler; Bauschreiner; Zimmermann
skilled woodworker
- cabinetmaker → Tischler; Schreiner
a person skilled at woodworking
- woodworker → Schreiner; Tischler

Cross Translation:

From	To	Via
• Tischler	→ joiner; cabinetmaker	↔ schrijnwerker — beroep\|nld een houtbewerker en maker van kasten en meubels
• Tischler	→ cabinetmaker	↔ meubelmaker — een vakman die beroepsmatig meubels vervaardigt
• Tischler	→ carpenter; joiner	↔ menuisier — menu\|fr Personne qui travaille le bois pour en faire des meubles ou des pièces utiles pour les bâtiments.