Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Semester:
  2. Wiktionary:
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. semester:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Semester (Duits) in het Engels

Semester:

Semester [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Semester (Halbjahr)
    the semester; the a half year; the half a year
  2. Semester
    the semesters; the terms; the half a years; the six months

Vertaal Matrix voor Semester:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
a half year Halbjahr; Semester
half a year Halbjahr; Semester
half a years Semester
semester Halbjahr; Semester
semesters Semester
six months Semester
terms Semester

Synoniemen voor "Semester":


Wiktionary: Semester

Semester
noun
  1. Hälfte eines Studienjahres
Semester
noun
  1. half of school year

Cross Translation:
FromToVia
Semester semester semestre — espace de temps de six mois consécutifs

Verwante vertalingen van Semester



Engels

Uitgebreide vertaling voor Semester (Engels) in het Duits

Semester vorm van semester:

semester [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the semester (half a year; a half year)
    Halbjahr; Semester

Vertaal Matrix voor semester:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Halbjahr a half year; half a year; semester
Semester a half year; half a year; semester half a years; semesters; six months; terms

Verwante woorden van "semester":


Synoniemen voor "semester":


Verwante definities voor "semester":

  1. half a year; a period of 6 months1
  2. one of two divisions of an academic year1

Wiktionary: semester

semester
noun
  1. half of school year
semester
noun
  1. Hälfte eines Studienjahres

Cross Translation:
FromToVia
semester Semester semestre — espace de temps de six mois consécutifs