Kennzeichen: vertaling Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

Kennzeichen:
- identification mark; mark; characterizing someone; licence plate; licence number; number plate; registration number; identifying mark; distinctive mark; distinguishing mark; character trait; character; flag
Wiktionary:
- Kennzeichen → licence plate, hallmark, flag, plate
- Kennzeichen → vehicle registration number, licence plate, distinguishing mark, trait, mark, license plate, number plate, witness, character, sign, proof, token, evidence, certificate, testimony, certification, reference, deposition

Duits

Uitgebreide vertaling voor Kennzeichen (Duits) in het Engels

Kennzeichen:

Kennzeichen [das ~] zelfstandig naamwoord

Kennzeichen (Brandzeichen; Merkmal; Erkennungszeichen; Abzeichen; Markierung; Vermerk; Merkzeichen)
the identification mark; the mark; the characterizing someone
- identification mark [the ~] zelfstandig naamwoord
- mark [the ~] zelfstandig naamwoord
- characterizing someone [the ~] zelfstandig naamwoord
Kennzeichen (Nummernschild; Erkennungszeichen; Merkmal; Merkzeichen; Vermerk; Abzeichen; Zeichen; Markierung; Brandzeichen)
the licence plate; the licence number; the number plate; the registration number
- licence plate [the ~] zelfstandig naamwoord
- licence number [the ~] zelfstandig naamwoord
- number plate [the ~] zelfstandig naamwoord
- registration number [the ~] zelfstandig naamwoord
Kennzeichen (Merkzeichen; Merkmal)
the identifying mark; the mark; the distinctive mark; the distinguishing mark
- identifying mark [the ~] zelfstandig naamwoord
- mark [the ~] zelfstandig naamwoord
- distinctive mark [the ~] zelfstandig naamwoord
- distinguishing mark [the ~] zelfstandig naamwoord
Kennzeichen (Charakterzug; Charaktereigenschaft)
the character trait; the character
- character trait [the ~] zelfstandig naamwoord
- character [the ~] zelfstandig naamwoord
Kennzeichen (Erkennungszeichen; Merkmal; Markierung; Merkzeichen)
the identification mark; the identifying mark; the mark
- identification mark [the ~] zelfstandig naamwoord
- identifying mark [the ~] zelfstandig naamwoord
- mark [the ~] zelfstandig naamwoord
Kennzeichen
the flag
– Broadly, a marker of some type used by a computer in processing or interpreting information; a signal indicating the existence or status of a particular condition. Flags are used in such areas as communications, programming, and information processing. ¹
- flag [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Kennzeichen:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
character	Charaktereigenschaft; Charakterzug; Kennzeichen	Art; Charakter; Figur; Form; Geck; Geisteskranke; Gemüt; Gestalt; Idiot; Irre; Irrsinnige; Mensch; Natur; Person; Rohling; Schlappschwanz; Schriftzeigen; Schwächling; Seele; Tollkopf; Typ; Verrückte; Vollidiot; Wahnsinnige; Wesen; Zeichen
character trait	Charaktereigenschaft; Charakterzug; Kennzeichen
characterizing someone	Abzeichen; Brandzeichen; Erkennungszeichen; Kennzeichen; Markierung; Merkmal; Merkzeichen; Vermerk
distinctive mark	Kennzeichen; Merkmal; Merkzeichen
distinguishing mark	Kennzeichen; Merkmal; Merkzeichen
flag	Kennzeichen	Anstecknadel; Banner; Fahne; Flagge; Fähnchen; Haarnadel; Iris; Kennzeichnung; Nadel; Reiter; Schwertlilie; Spange; Standarte; Stecknadel; Wimpel; kleine Nadel; kleiner Reiter
identification mark	Abzeichen; Brandzeichen; Erkennungszeichen; Kennzeichen; Markierung; Merkmal; Merkzeichen; Vermerk	Brandzeichen
identifying mark	Erkennungszeichen; Kennzeichen; Markierung; Merkmal; Merkzeichen
licence number	Abzeichen; Brandzeichen; Erkennungszeichen; Kennzeichen; Markierung; Merkmal; Merkzeichen; Nummernschild; Vermerk; Zeichen
licence plate	Abzeichen; Brandzeichen; Erkennungszeichen; Kennzeichen; Markierung; Merkmal; Merkzeichen; Nummernschild; Vermerk; Zeichen
mark	Abzeichen; Brandzeichen; Erkennungszeichen; Kennzeichen; Markierung; Merkmal; Merkzeichen; Vermerk	Abzeichen; Auszeichnung; Beurteilung; Dekoration; Ehrenzeichen; Einkleidung; Einrichtung; Erkennen; Formgebung; Gestaltung; Narbe; Note; Orden; Ringscheibe; Schießscheibe; Schmarre; Schmiß; Schulnote; Unterscheidung; Unterscheidungsmerkmal; Zahl; Zensur; Zielscheibe; Ziffer
number plate	Abzeichen; Brandzeichen; Erkennungszeichen; Kennzeichen; Markierung; Merkmal; Merkzeichen; Nummernschild; Vermerk; Zeichen	Nummernschild
registration number	Abzeichen; Brandzeichen; Erkennungszeichen; Kennzeichen; Markierung; Merkmal; Merkzeichen; Nummernschild; Vermerk; Zeichen	Stutbuchnummer; Zuchtbuchnummer
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
flag		kennzeichnen
mark		abzeichnen; ankreuzen; anmerken; anstreichen; beschreiben; bezeichnen; brandmarken; charakterisieren; einbrennen; kennzeichnen; markieren; merken; stempeln; stigmatisieren; unterstreichen; zeichnen

Synoniemen voor "Kennzeichen":

Attribut; Besonderheit; Charakteristikum; Duktus; Eigenart; Eigenheit; Eigenschaft; Eigentümlichkeit; Manier; Merkmal; Spezifikum; Abstraktion
Stempel
Autokennzeichen; Kfz-Kennzeichen; Nummernschild
Stigma; Zeichen
Faktor; Kriterium

Wiktionary: Kennzeichen

Kennzeichen

noun

Verkehrswesen: Zulassungsnummer oder Kennung eines Fahrzeugs
- Kennzeichen → licence plate

Kennzeichen

noun

a distinct characteristic
- hallmark → Kennzeichen
computer science: notation for optional behaviour
- flag → Kennzeichen; Markierung; Flag
vehicle license
- plate → Nummernschild; Kennzeichen

Cross Translation:

From	To	Via
• Kennzeichen	→ vehicle registration number; licence plate	↔ kenteken — een identificatienummer van een (gemotoriseerd) voertuig
• Kennzeichen	→ distinguishing mark	↔ kenteken — een teken waaraan iets of iemand herkenbaar is
• Kennzeichen	→ trait; distinguishing mark	↔ kenmerk — kenteken, karakteristieke eigenschap
• Kennzeichen	→ mark	↔ marque — Signe distinctif.
• Kennzeichen	→ license plate; number plate	↔ plaque d’immatriculation — Plaque apposée à un véhicule
• Kennzeichen	→ number plate; license plate	↔ plaque minéralogique — Plaque apposée à un véhicule faisant...
• Kennzeichen	→ witness; character; mark; sign; proof; token; evidence; certificate; testimony; certification; reference; deposition	↔ témoignage — action de témoigner ; rapport d’un ou de plusieurs témoins sur un fait, soit de vive voix, soit par écrit.

Computer vertaling door derden:

¹Microsoft® Language Portal

Remove Ads

Duitse en Engelse zoekresultaten voor: Kennzeichen

Uitgebreide vertaling voor Kennzeichen (Duits) in het Engels

Kennzeichen:

Kennzeichen [das ~] zelfstandig naamwoord

Kennzeichen (Brandzeichen; Merkmal; Erkennungszeichen; Abzeichen; Markierung; Vermerk; Merkzeichen)

Kennzeichen (Nummernschild; Erkennungszeichen; Merkmal; Merkzeichen; Vermerk; Abzeichen; Zeichen; Markierung; Brandzeichen)

Kennzeichen (Merkzeichen; Merkmal)

Kennzeichen (Charakterzug; Charaktereigenschaft)

Kennzeichen (Erkennungszeichen; Merkmal; Markierung; Merkzeichen)

Kennzeichen

Vertaal Matrix voor Kennzeichen:

Synoniemen voor "Kennzeichen":

Wiktionary: Kennzeichen