Gottesdienst: vertaling Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

Gottesdienst:
- religion; persuasion; faith; divine worship; divine service; religious worship; worship; mass; Mass; service
Wiktionary:
- Gottesdienst → (church) service, divine service, church service, church, prayer, service, worship
- Gottesdienst → church service

Duits

Uitgebreide vertaling voor Gottesdienst (Duits) in het Engels

Gottesdienst:

Gottesdienst [der ~] zelfstandig naamwoord

der Gottesdienst (Religion; Glaube)
the religion; the persuasion; the faith; the divine worship
- religion [the ~] zelfstandig naamwoord
- persuasion [the ~] zelfstandig naamwoord
- faith [the ~] zelfstandig naamwoord
- divine worship [the ~] zelfstandig naamwoord
der Gottesdienst
the divine service; the religious worship
- divine service [the ~] zelfstandig naamwoord
- religious worship [the ~] zelfstandig naamwoord
der Gottesdienst (Messe; Dienst)
the worship; the mass; the Mass; the service
- worship [the ~] zelfstandig naamwoord
- mass [the ~] zelfstandig naamwoord
- Mass [the ~] zelfstandig naamwoord
- service [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Gottesdienst:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Mass	Dienst; Gottesdienst; Messe
divine service	Gottesdienst
divine worship	Glaube; Gottesdienst; Religion	Bekenntnis; Glaube; Glaubensüberzeugung; Konfession; Religionsbekenntnis; Religiösität; Sinnesart; religiöse Überzeugung
faith	Glaube; Gottesdienst; Religion	Bekenntnis; Fiduz; Glaube; Glaubensüberzeugung; Konfession; Religionsbekenntnis; Religiösität; Sinnesart; Vertrauen; religiöse Überzeugung
mass	Dienst; Gottesdienst; Messe	Berg; Dienst; Gefälligkeit; Gunst; Haufen; Masse; Menge; Schenkung; Sold; Spende; Stelle; Stiftung; Zuwendung; große Masse
persuasion	Glaube; Gottesdienst; Religion	Glaube; Überredung; Überzeugung
religion	Glaube; Gottesdienst; Religion	Bekenntnis; Glaube; Glaubensüberzeugung; Konfession; Religion; Religionsbekenntnis; Religiösität; Sinnesart; religiöse Überzeugung
religious worship	Gottesdienst
service	Dienst; Gottesdienst; Messe	Auftragen; Bedienung; Befriedigung; Betreuung; Dienst; Dienstleistung; Dienststelle; Einrichtung; Fürsorge; Gefälligkeit; Gunst; Inspektion; Institut; Krankenpflege; Kundendienst; Pflege; Putzen; Reinigen; Reparatur von Material; Revision; Saubermachen; Schenkung; Service; Servieren; Sold; Sorge; Spende; Stelle; Stiftung; Versorgung; Wartung; Zuwendung; Überholung; Überprüfung
worship	Dienst; Gottesdienst; Messe	Ehrerbietung; Hochachtung; Preisen; Respekt; Rühmen; Verherrlichen
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
service		zu Diensten sein
worship		anbeten; anhimmeln; verehren; vergöttern
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
service		dienstleistungs

Synoniemen voor "Gottesdienst":

Andacht; Messe; Messfeier; Mette; Ritual; Zeremonie

Wiktionary: Gottesdienst

Gottesdienst

noun

Zusammenkunft von Gläubigen, wobei nach einer Liturgie Gott zu Ehren gebetet und/oder gefeiert wird
- Gottesdienst → (church) service

Gottesdienst

noun

a service of public Christian worship
- divine service → Gottesdienst
communal worship
- church service → Gottesdienst
worship service
- church → Messe; Gottesdienst
-
- prayer → Gebet; Beten; Gottesdienst; Prediger
religious rite or ritual
- service → Gottesdienst
The religious ceremonies that express this devotion
- worship → Gottesdienst; Verehrung; Anbetung

Cross Translation:

From	To	Via
• Gottesdienst	→ church service	↔ kerkdienst — een bijeenkomst van een christelijke gemeente waarin God vereerd wordt

Verwante vertalingen van Gottesdienst

betrifft Gottesdienst

Remove Ads

Duitse en Engelse zoekresultaten voor: Gottesdienst

Uitgebreide vertaling voor Gottesdienst (Duits) in het Engels

Gottesdienst:

Gottesdienst [der ~] zelfstandig naamwoord

der Gottesdienst (Religion; Glaube)

der Gottesdienst

der Gottesdienst (Messe; Dienst)

Vertaal Matrix voor Gottesdienst:

Synoniemen voor "Gottesdienst":

Wiktionary: Gottesdienst

Verwante vertalingen van Gottesdienst