Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. knuffen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor knuffen (Duits) in het Engels

knuffen:

knuffen werkwoord

  1. knuffen (puffen; stoßen)
    to punch; to push; to thump
    • punch werkwoord (punches, punched, punching)
    • push werkwoord (pushes, pushed, pushing)
    • thump werkwoord (thumps, thumped, thumping)

Vertaal Matrix voor knuffen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
punch Anprall; Anstoß; Bums; Faustschlag; Handschlag; Hieb; Klaps; Maulschelle; Ohrfeige; Puff; Schlag; Schläge; Stempel; Stoß; Zusammenstoß; leichter Stoß
push Anprall; Anstoß; Bums; Drücker; Knopf; Puff; Push; Schlag; Stoß; Zusammenstoß; leichter Stoß
thump Bums; Fall; Knall; Krach; Plumps; Schlag; Schuß; Stoß
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
punch knuffen; puffen; stoßen lochen; punzen; schlagen; stanzen
push knuffen; puffen; stoßen aufschieben; auktionieren; avancieren; befördern; dringen; feilbieten; handeln; mithilfe von Push übertragen; schieben; stoßen; verhandeln; verkaufen; verrücken; verschieben; vertreiben; veräußern; weiterschieben
thump knuffen; puffen; stoßen hauen; hämmern; rammen; schlagen

Wiktionary: knuffen