Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Absender:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Absender (Duits) in het Engels

Absender:

Absender [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Absender (Sender)
    the sender; the mailer
    • sender [the ~] zelfstandig naamwoord
    • mailer [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Absender (Versender; Einsender)
    the consignor; the sender; the shipper
    • consignor [the ~] zelfstandig naamwoord
    • sender [the ~] zelfstandig naamwoord
    • shipper [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. der Absender (Inspirationsherkunft; Quelle; Herkunft; )
    the source of inspiration
  4. der Absender
    the sender
    – The one who sends an electronic message. 1
    • sender [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Absender:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
consignor Absender; Einsender; Versender
mailer Absender; Sender Absenderin; Mailer
sender Absender; Einsender; Sender; Versender Absenderin
shipper Absender; Einsender; Versender Verlader
source of inspiration Abfluß; Absender; Grube; Herkunft; Inspirationsherkunft; Quelle; Station

Wiktionary: Absender

Absender
noun
  1. Post: Name und Anschrift des Versenders einer Sendung
  2. Technik: Person oder Institution, die eine Information durch ein Medium zu einem Empfänger sendet.
Absender
noun
  1. someone who sends

Cross Translation:
FromToVia
Absender sender afzender — iemand die iets naar een adres verzendt
Absender sender envoyeur — Celui, celle qui envoyer.
Absender expediter expéditeur — Celui, celle qui envoyer un objet, un message, par la poste, par messagerie, par camion, par chemin de fer, par bateau, par avion ou par tout autre moyen.

Computer vertaling door derden: