Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Zoek: sinnen

Duitse en Engelse zoekresultaten voor: sinnen

Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. sinnen:
  2. Sinnen:
  3. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor sinnen (Duits) in het Engels

sinnen:

sinnen werkwoord (sinne, sinnst, sinnt, sann, sannt, gesonnen)

  1. sinnen (einen Plan entwerfen; planen; nachdenken; nachsinnen über; sich ausdenken)
    to devise; to plot; make plans; to plan; lay schemes
  2. sinnen (nachdenken; überlegen; grübeln)
    to think; to consider; to ponder; cogitate; to muse; to brood; to wonder; to reflect
    • think werkwoord (thinks, thought, thinking)
    • consider werkwoord (considers, considered, considering)
    • ponder werkwoord (ponders, pondered, pondering)
    • cogitate werkwoord
    • muse werkwoord (muses, mused, musing)
    • brood werkwoord (broods, brooded, brooding)
    • wonder werkwoord (wonders, wondered, wondering)
    • reflect werkwoord (reflects, reflected, reflecting)
  3. sinnen (nachdenken über; nachdenken; überdenken; )
    to contemplate; to reflect on; ponder on; to muse on; to meditate on
    • contemplate werkwoord (contemplates, contemplated, contemplating)
    • reflect on werkwoord (reflects on, reflected on, reflecting on)
    • ponder on werkwoord
    • muse on werkwoord (muses on, mused on, musing on)
    • meditate on werkwoord (meditates on, meditated on, meditating on)
  4. sinnen (träumen; grübeln; brüten)
    to muse
    • muse werkwoord (muses, mused, musing)

Conjugations for sinnen:

Präsens
  1. sinne
  2. sinnst
  3. sinnt
  4. sinnen
  5. sinnt
  6. sinnen
Imperfekt
  1. sann
  2. sannst
  3. sann
  4. sannen
  5. sannt
  6. sannen
Perfekt
  1. habe gesonnen
  2. hast gesonnen
  3. hat gesonnen
  4. haben gesonnen
  5. habt gesonnen
  6. haben gesonnen
1. Konjunktiv [1]
  1. sinne
  2. sinnest
  3. sinne
  4. sinnen
  5. sinnet
  6. sinnen
2. Konjunktiv
  1. sänne
  2. sännest
  3. sänne
  4. sännen
  5. sännet
  6. sännen
Futur 1
  1. werde sinnen
  2. wirst sinnen
  3. wird sinnen
  4. werden sinnen
  5. werdet sinnen
  6. werden sinnen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde sinnen
  2. würdest sinnen
  3. würde sinnen
  4. würden sinnen
  5. würdet sinnen
  6. würden sinnen
Diverses
  1. sinn!
  2. sinnt!
  3. sinnen Sie!
  5. gesonnen
  6. sinnend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor sinnen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brood Brut; Gelichter; Gesindel; Gezücht; Jungen; Kanaille; Lumpengesindel; Nachkommen; Nachkommenschaft; Nachwelt; Pack; Plebs; Pöbel; Sippschaft; Sprößlinge; Zeug; junge Tieren
muse Muse
plan Abriß; Aufriß; Auszug; Extrakt; Grundriß; Karte; Lageplan; Lageskizze; Plan; Planung; Projekt; Skizze; Strassenkarte; Umrißzeichnung
plot Baugelände; Bauland; Baustelle; Bereich; Ebene; Einsatz; Einsätze; Fläche; Gebiet; Gebäude; Gelände; Grundstück; Handlung; Haus; Häuser; Kavelung; Parzelle; Pfuscherei; Plot; Posten; Schiebung; Verschwörung
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brood grübeln; nachdenken; sinnen; überlegen brüten; grübeln; hin und her überlegen; nachdenken; sich abmühen; sich abquälen
cogitate grübeln; nachdenken; sinnen; überlegen
consider grübeln; nachdenken; sinnen; überlegen Sitzung halten; abwägen; achten; ausmachen; aussetzen; bedenken; beraten; beratschlagen; beschauen; bestimmen; betrachten; denken; eine Versammlung abhalten; einen der Schlag treffen können; empfehlen; ermessen; ernennen; erwägen; gucken; halten für; im Auge haben; konferieren; nachdenken; raten; reflektieren; schätzen; sich beraten; sichberaten; spekulieren; tagen; taxieren; veranschlagen; verschonen; vorbringen; vorschlagen; vortragen; überdenken; überlegen; überschlagen
contemplate ausdenken; brüten; erfinden; ersinnen; grübeln; nachdenken; nachdenken über; nachsinnen über; nachsinnenüber; phantasieren; sich ausdenken; sinnen; überdenken; überlegen
devise einen Plan entwerfen; nachdenken; nachsinnen über; planen; sich ausdenken; sinnen ausdenken; ausklügeln; austüfteln; erdichten; erfinden; ersinnen; hinterlassen; nachlassen; phantasieren; planen; schätzen; sich ausdenken; taxieren; vererben; vermachen; voranschlagen
lay schemes einen Plan entwerfen; nachdenken; nachsinnen über; planen; sich ausdenken; sinnen
make plans einen Plan entwerfen; nachdenken; nachsinnen über; planen; sich ausdenken; sinnen
meditate on ausdenken; brüten; erfinden; ersinnen; grübeln; nachdenken; nachdenken über; nachsinnen über; nachsinnenüber; phantasieren; sich ausdenken; sinnen; überdenken; überlegen
muse brüten; grübeln; nachdenken; sinnen; träumen; überlegen auf etwas besinnen; nachdenken über
muse on ausdenken; brüten; erfinden; ersinnen; grübeln; nachdenken; nachdenken über; nachsinnen über; nachsinnenüber; phantasieren; sich ausdenken; sinnen; überdenken; überlegen
plan einen Plan entwerfen; nachdenken; nachsinnen über; planen; sich ausdenken; sinnen auffassen; aufnehmen; ausdenken; ausklügeln; auslegen; austüfteln; betrachten; deuten; interpretieren; planen; sich ausdenken
plot einen Plan entwerfen; nachdenken; nachsinnen über; planen; sich ausdenken; sinnen ausdenken; ausklügeln; austüfteln; ein Komplott schmieden; planen; sich ausdenken; zeichnen
ponder grübeln; nachdenken; sinnen; überlegen auf etwas besinnen; grübeln; nachdenken über
ponder on ausdenken; brüten; erfinden; ersinnen; grübeln; nachdenken; nachdenken über; nachsinnen über; nachsinnenüber; phantasieren; sich ausdenken; sinnen; überdenken; überlegen
reflect grübeln; nachdenken; sinnen; überlegen Sitzung halten; abwägen; beraten; beratschlagen; echoen; eine Versammlung abhalten; erhallen; funkeln; konferieren; nachdenken; reflektieren; resonieren; sich beraten; spiegeln; tagen; widerhallen; widerscheinen; widerspiegeln; überdenken
reflect on ausdenken; brüten; erfinden; ersinnen; grübeln; nachdenken; nachdenken über; nachsinnen über; nachsinnenüber; phantasieren; sich ausdenken; sinnen; überdenken; überlegen
think grübeln; nachdenken; sinnen; überlegen denken; einfühlen; einleben; fühlen; mitleben
wonder grübeln; nachdenken; sinnen; überlegen eine Frage stellen; fragen; sich fragen; verwundern
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
wonder Wunder

Wiktionary: sinnen

sinnen
verb
  1. to think seriously; to ponder or consider
Cross Translation:
FromToVia
• sinnen → ponder on ↔ peinzen — heel diep nadenken

Sinnen:

Sinnen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Sinnen (Sinnieren; Grübeln; Nachdenken; Nachsinnen)
    the musing; the reverie; the day-dreaming

Vertaal Matrix voor Sinnen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
day-dreaming Grübeln; Nachdenken; Nachsinnen; Sinnen; Sinnieren
musing Grübeln; Nachdenken; Nachsinnen; Sinnen; Sinnieren Grübeln; Nachdenken; Sinnieren; Tagträume; Wachträume
reverie Grübeln; Nachdenken; Nachsinnen; Sinnen; Sinnieren Grübelei; Grübeln; Nachdenken; Tagtraum; Wachtraum
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
musing gedankenvoll; nachdenkend; träumerisch
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
day-dreaming dusselig; gedankenvoll; grüblerisch; nachdenkend; träumerisch







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.1420 seconde
Page rendered in 1.0 seconds