Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Familie:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Familie (Duits) in het Engels

Familie:

Familie [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Familie (Verwandtschaft; Sippe; Sippschaft; Dynastie)
    the family; the household; the family unit
  2. die Familie (Dynastie)
    the dynasty; the reign
    • dynasty [the ~] zelfstandig naamwoord
    • reign [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. die Familie (Volksstamm; Stamm; Rasse; )
    the tribe; the race
    • tribe [the ~] zelfstandig naamwoord
    • race [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. die Familie
    the family
    • family [the ~] zelfstandig naamwoord
  5. die Familie
    the family
    – A series of hardware or software products that have some properties in common, such as a series of personal computers from the same company, a series of CPU chips from the same manufacturer that all use the same instruction set, a set of 32-bit operating systems based on the same API (for example, Windows 95 and Windows 98), or a set of fonts that are intended to be used together, such as Times New Roman. 1
    • family [the ~] zelfstandig naamwoord
  6. die Familie
    the family
    – An account holder who is the primary administrator (parent) and the family members they manage. 1
    • family [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Familie:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dynasty Dynastie; Familie Fürstenhaus; Herrenhaus; Königshaus; Stammhaus
family Dynastie; Familie; Sippe; Sippschaft; Verwandtschaft Familienbande; Gemeinschaft der Familie; Verwandtschaft; familiäre Beziehungen
family unit Dynastie; Familie; Sippe; Sippschaft; Verwandtschaft
household Dynastie; Familie; Sippe; Sippschaft; Verwandtschaft Privathaushalt
race Art; Dynastie; Familie; Gattung; Geschlecht; Rasse; Stamm; Stammbuch; Volksstamm Hardlaufkampf; Rennen; Wettlauf; Wettrennen; kampf; marathon
reign Dynastie; Familie Regentschaft; Regime; Staatsführung; Staatsmacht
tribe Art; Dynastie; Familie; Gattung; Geschlecht; Rasse; Stamm; Stammbuch; Volksstamm Stamm
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
race durchfallen; eilen; ein Rennen fahren; einRennenfahren; galoppieren; hasten; hetzen; jagen; laufen; rasen; rennen; schnell laufen; schnelllaufen; schuften; springen; sprinten; spritzen; spurten; stürzen; traben; wettlaufen; wetzen
reign befehlen; beherrschen; die Grippe herscht; gebieten; herrschen; kommandieren; kontrollieren; lenken; regieren; sich verbreiten; steuern

Synoniemen voor "Familie":


Wiktionary: Familie

Familie
noun
  1. Klassifizierungskategorie nach bestimmten Kriterien
  2. Soziologie: die kleinste Zelle der Gesellschaft, bestehend aus
Familie
noun
  1. linguistics: a group of languages believed to have descended from the same ancestral language
  2. collectively, people who are members of one's intimate social group
  3. music: a group of instrument having the same basic method of tone production
  4. group of people similar to (2)
  5. taxon at this rank
  6. rank in a taxonomic classification, above both genus and species
  7. kin, tribe
  8. group of people related by blood, marriage, law, or custom
  9. father, mother and their sons and daughters
  10. a person's ancestors, relatives or family

Cross Translation:
FromToVia
Familie family gezin — een huishouden bestaande uit een man, een vrouw en kinderen
Familie family familie — (bloed)verwantschap door een gemeenschappelijke oorsprong
Familie family; nuclear family famille — Parents et leurs enfants
Familie family famille — Taxon

Verwante vertalingen van Familie