Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Eisen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Eisen (Duits) in het Engels

Eisen:

Eisen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Eisen
    the iron; the steel
    • iron [the ~] zelfstandig naamwoord
    • steel [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. Eisen
    the iron
    • iron [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. Eisen (Klinge; Blatt; Schneide)
    the blade
    – the flat part of a tool or weapon that (usually) has a cutting edge 1
    • blade [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Eisen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blade Blatt; Eisen; Klinge; Schneide Fühler; Halm; Schaufel; Tastorgan
iron Eisen
steel Eisen Stahl
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
iron abhärten; ausbügeln; bügeln; glattbügeln; glätten; hartmachen; härten; stählen; verhärten
steel abhärten; hartmachen; härten; stählen; verhärten
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
iron eisern

Synoniemen voor "Eisen":


Wiktionary: Eisen

Eisen
noun
  1. Chemie, ohne Plural: chemisches Element, silberweißes, bei Feuchtigkeit leicht oxidierendes Metall
Eisen
noun
  1. element

Cross Translation:
FromToVia
Eisen iron ijzer — een scheikundig element met het symbool Fe en het atoomnummer 26. Het is een grijs overgangsmetaal
Eisen iron fer — Métal

Verwante vertalingen van Eisen