Bleich: vertaling Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

bleich:
- white; pale; ashen; drained of colour; blank; pallid; unmarked; plain; washed out; off colour; matt; dull; grubby; ash grey
Wiktionary:
- bleich → pale, bloodless, bleak
- bleich → pale, pallid, faded, drab, lurid, sallow, wan, washy

Duits

Uitgebreide vertaling voor bleich (Duits) in het Engels

bleich:

bleich bijvoeglijk naamwoord

bleich (weiß; blaß)
white; pale; ashen; drained of colour
- white bijvoeglijk naamwoord
- pale bijvoeglijk naamwoord
- ashen bijvoeglijk naamwoord
- drained of colour bijvoeglijk naamwoord
bleich (weiß; blaß)
white; blank; pallid; unmarked; plain; ashen; pale; drained of colour; washed out
- white bijvoeglijk naamwoord
- blank bijvoeglijk naamwoord
- pallid bijvoeglijk naamwoord
- unmarked bijvoeglijk naamwoord
- plain bijvoeglijk naamwoord
- ashen bijvoeglijk naamwoord
- pale bijvoeglijk naamwoord
- drained of colour bijvoeglijk naamwoord
- washed out bijvoeglijk naamwoord
bleich (blaß; fahl; welk; abgespannt)
pale; washed out; off colour
- pale bijvoeglijk naamwoord
- washed out bijvoeglijk naamwoord
- off colour bijvoeglijk naamwoord
bleich (matt; farblos)
matt; dull
- matt bijvoeglijk naamwoord
- dull bijvoeglijk naamwoord
bleich (blaß; grau; fahl; farblos)
grubby; ash grey; ashen
- grubby bijvoeglijk naamwoord
- ash grey bijvoeglijk naamwoord
- ashen bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor bleich:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
blank		Formular; Hiatus; Leere; Leerheit; Lücke; Mangel; Manko; Öde
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ashen	blaß; bleich; fahl; farblos; grau; weiß	aschengrau; blaß; fahlgrau; leichenblaß; schlohweiß; schneeweiß; totenblaß
blank	blaß; bleich; weiß	ausdruckslos; blanko; entsetzt; erstaunt; geistlos; hohl; inhaltslos; leer; nicht eingefüllt; ohne Aufgabe; ohne Auftrag; sprachlos; unausgefüllt; unbeschrieben; unlackiert; verblüfft
dull	bleich; farblos; matt	abgeschmackt; abständlich; beschlagen; beschwerlich; betäubt; blind; blöd; dickköpfig; doof; dumm; dumpf; dumpfig; duselig; dusselig; dämlich; dösig; eigensinnig; eigenwillig; einförmig; eintönig; fade; fahl; fahlrot; farblos; flau; geistlos; geisttötend; geschmacklos; glanzlos; grau; hellrot; hinderlich; hohl; keine Stil haben; kühl; langweilig; langweilige; leblos; lästig; matt; mattiert; mies; mismutig; moderig; muffig; mühsam; nicht abgelenkt; nicht hell; problematisch; salzlos; sauer; schal; schlafbringend; schlaff; schlapp; schwach; schwer; schwerlich; schwierig; simpel; starrköpfig; starrsinnig; stillos; stockig; stumpf; stumpfsinnig; störrisch; trostlos; trüb; trübe; unangenehm; unanimiert; unbequem; uninteressiert; unscharf; verschwommen; widerspenstig; zurückhaltend; ätzend; öde
grubby	blaß; bleich; fahl; farblos; grau	anstößig; ekelhaft; faul; fett; fettig; fleckig; grindig; krätzig; lumpig; nachlässig; nicht stubenrein; räudig; schlammig; schlampig; schlottrig; schlüpfrig; schmierig; schmuddelig; schmutzig; schmutziggrau; sorglos; stinkig; trübe; ungenau; unkeusch; unlauter; unordentlich; unrein; unsauber; unzüchtig; verkommen; widerlich
matt	bleich; farblos; matt
pale	abgespannt; blaß; bleich; fahl; weiß; welk	abgespannt; ausgebleicht; blaß; fahl; falb; farblos; gebrechlich; glanzlos; hilflos; hinfällig; kraftlos; kränklich; lahm; lustlos; matt; schal; schlaff; schlapp; schwach; schwächlich; ungefärbt; verschlissen; verschossen; verwaschen; welk
pallid	blaß; bleich; weiß	blaß; leichenblaß; schlohweiß; schneeweiß; totenblaß
plain		Ebene
unmarked	blaß; bleich; weiß	leer; ohne Aufgabe; ohne Auftrag; unbemerkt; unentdeckt; verstohlen
white	blaß; bleich; weiß
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ash grey	blaß; bleich; fahl; farblos; grau
drained of colour	blaß; bleich; weiß
off colour	abgespannt; blaß; bleich; fahl; welk
plain	blaß; bleich; weiß	abstoßend; alltäglich; aufrichtig; direkt; eben; egal; ehrlich; einfach; einfarbig; fair; fein; freigegeben; freimütig; geradeheraus; geradeweg; gerecht; gewöhnlich; geöffnet; gängig; herzlich; häßlich; lauter; nicht hubsch; nichthäßlich; offen; offenherzig; ordinär; pur; rein; rundheraus; treu; treugesinnt; treuherzig; trivial; unangenehm; unansehnlich; unerfreulich; ungeschminkt; unlackiert; unmittelbar; unschön; unumwunden; unverblühmt; unverblümt; unverfälscht; unverhohlen; widerlich; widerwärtig; öffentlich
washed out	abgespannt; blaß; bleich; fahl; weiß; welk	ausgebleicht; fahl; falb; farblos; freudlos; glanzlos; lahm; lustlos; matt; schal; schlaff; schlapp; träge; verschlissen; verschossen; welk

Synoniemen voor "bleich":

blass

Wiktionary: bleich

bleich

adjective

eine blasse oder verblasste, sehr helle, unintensive Farbe habend
- bleich → pale

bleich

adjective

lacking blood
- bloodless → bleich; blutarm
without color
- bleak → farblos; bleich; ausgeblichen

Cross Translation:

From	To	Via
• bleich	→ pale	↔ bleek — gering van kleur
• bleich	→ pale; pallid; faded; drab; lurid; sallow; wan; washy	↔ pâle — Qui est d’un blanc terne, qui décolorer, parler du visage.

Computer vertaling door derden:

Remove Ads

Duitse en Engelse zoekresultaten voor: bleich

Uitgebreide vertaling voor bleich (Duits) in het Engels

bleich:

bleich bijvoeglijk naamwoord

bleich (weiß; blaß)

bleich (weiß; blaß)

bleich (blaß; fahl; welk; abgespannt)

bleich (matt; farblos)

bleich (blaß; grau; fahl; farblos)

Vertaal Matrix voor bleich:

Synoniemen voor "bleich":

Wiktionary: bleich