Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Benjamin:
  2. Wiktionary:
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. Benjamin:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Benjamin (Duits) in het Engels

Benjamin:

Benjamin [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Benjamin (jüngster Lehrling)
    the Benjamin; the youngest pupil

Vertaal Matrix voor Benjamin:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Benjamin Benjamin; jüngster Lehrling Lehrling
youngest pupil Benjamin; jüngster Lehrling

Wiktionary: Benjamin

Benjamin
noun
  1. männlicher Vorname
Benjamin
proper noun
  1. male given name
  2. the youngest son of Jacob



Engels

Uitgebreide vertaling voor Benjamin (Engels) in het Duits

benjamin:


Vertaal Matrix voor benjamin:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- asa dulcis; benzoin; gum benjamin; gum benzoin

Synoniemen voor "benjamin":


Verwante definities voor "benjamin":

  1. gum resin used especially in treating skin irritation1

Benjamin:

Benjamin [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the Benjamin (youngest pupil)
    der Benjamin; der jüngster Lehrling
  2. the Benjamin (junior clerk)
    der Lehrling
    • Lehrling [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Benjamin:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Benjamin Benjamin; youngest pupil
Lehrling Benjamin; junior clerk apprentice; disciple; follower; pupil; schoolboy; schoolgirl; student; teacher-trainee; trainee; trainee-teacher
jüngster Lehrling Benjamin; youngest pupil

Verwante definities voor "Benjamin":

  1. (Old Testament) the youngest and best-loved son of Jacob and Rachel and one of the twelve forebears of the tribes of Israel1

Wiktionary: Benjamin

Benjamin
proper noun
  1. male given name
  2. the youngest son of Jacob
Benjamin
noun
  1. speziell: ein Geldschein oder seltener eine Münze mit dem Wert 100 Währungseinheiten
  2. männlicher Vorname

Cross Translation:
FromToVia
Benjamin Berta Bernard — spelwoord voor de letter b