Overzicht
Duits naar Engels: Meer gegevens...
-
ausschelten:
-
Wiktionary:
ausschelten → berate -
Synoniemen voor "ausschelten":
anpfeifen; anraunzen; auseinandernehmen; ausschimpfen; beschimpfen; die Leviten lesen; fertig machen; fertigmachen; jemandem seine Meinung geigen; rund machen; scharf kritisieren; zur Sau machen; zur Schnecke machen; zurechtweisen; zusammenfalten; zusammenscheißen
-
Wiktionary:
Duits
Uitgebreide vertaling voor ausschelten (Duits) in het Engels
ausschelten: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- aus: clear; over; evident; accomplished; out; achieved; ready; prepared; finished; completed; concluded; ready for use; complete
- schelten: call someone names; rancour; bear a grudge; blame someone of; bear malice; harbour a grudge; rancor; abuse; rage; quarrel; denounce; rave; scold; rant; scream; warn; storm; yell; thunder; grumble; admonish; exhort; revile; bawl; decry; bicker; castigate; wrangle; scarify; altercate; rail at; make trouble; be furious; blame; accuse; rebuke; reprimand; reproach; discredit; chide; reprove; hold against; go off the deep end; to be furious