Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. September:
  2. Wiktionary:
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. September:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor September (Duits) in het Engels

September:

September [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der September (Herbstmonat)
    the September; the autumn month

Vertaal Matrix voor September:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
September Herbstmonat; September
autumn month Herbstmonat; September

Synoniemen voor "September":

  • Monat des Herbstbeginns; neunter Monat des Jahres; Jahreszwölftel; Monat

Wiktionary: September

September
noun
  1. der neunte Monat im Jahr
September
proper noun
  1. ninth month of the Gregorian calendar

Cross Translation:
FromToVia
September September septembreneuvième mois de l’année du calendrier grégorien, qui compter trente jours.



Engels

Uitgebreide vertaling voor September (Engels) in het Duits

september:


Synoniemen voor "september":

  • September; Sep; Sept; Gregorian calendar month

September:

September [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the September (autumn month)
    der September; der Herbstmonat

Vertaal Matrix voor September:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Herbstmonat September; autumn month
September September; autumn month
- Sep; Sept

Verwante woorden van "September":

  • Septembers

Verwante definities voor "September":

  1. the month following August and preceding October1

Wiktionary: September

September
proper noun
  1. ninth month of the Gregorian calendar
September
noun
  1. der neunte Monat im Jahr

Cross Translation:
FromToVia
September September septembreneuvième mois de l’année du calendrier grégorien, qui compter trente jours.

Verwante vertalingen van September