Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Satzgegenstand:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Satzgegenstand (Duits) in het Engels

Satzgegenstand:

Satzgegenstand [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Satzgegenstand (Subjekt)
    the subject
    • subject [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Satzgegenstand:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
subject Satzgegenstand; Subjekt Betreff; Inhalt eines Buches; Studienrichtung; Thema; Thema eines Buches; Untertan
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
subject bändigen; demütigen; unter die Gewalt bringen; unterwerfen; zähmen

Synoniemen voor "Satzgegenstand":


Wiktionary: Satzgegenstand

Satzgegenstand
noun
  1. Linguistik: deutsche Bezeichnung für Subjekt; das Satzglied, über das im Prädikat eine Aussage gemacht wird und das mit dem Verb im Numerus Kongruenz.

Cross Translation:
FromToVia
Satzgegenstand subject sujetmotif, matière ou thème d'une activité, d'un comportement ou d'un état.