Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Zoek: Lehrer

Duitse en Engelse zoekresultaten voor: Lehrer

Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Lehrer:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Lehrer (Duits) in het Engels

Lehrer:

Lehrer [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Lehrer (Lehrkraft)
    the teacher; the instructor; the master; the mentor
    • teacher [the ~] zelfstandig naamwoord
    • instructor [the ~] zelfstandig naamwoord
    • master [the ~] zelfstandig naamwoord
    • mentor [the ~] zelfstandig naamwoord
    the tutor
    – a person who gives private instruction (as in singing, acting, etc.) 1
    • tutor [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Lehrer (Lehrkraft)
    the educator; the tutor; the teacher; the pedagogue; the skipper; the schoolmaster; the instructor; the master; the captain
  3. der Lehrer (Schulmeister; Lehrmeister; Lehrkraft; )
    the teacher; the schoolteacher; the master; the instructor; the schoolmaster
  4. der Lehrer (Ausbilder)
    the instructor; the teacher; the tutor
    • instructor [the ~] zelfstandig naamwoord
    • teacher [the ~] zelfstandig naamwoord
    • tutor [the ~] zelfstandig naamwoord
  5. der Lehrer (Erzieher)
    the tutor
    – a person who gives private instruction (as in singing, acting, etc.) 1
    • tutor [the ~] zelfstandig naamwoord
    the educator
    • educator [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Lehrer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
captain Lehrer; Lehrkraft Anführer; Chef; Chefin; Direktor; Flugkapitän; Flugzeugkapitän; Führer; Gebieter; Haupt; Hauptmann; HauptmanneinerGruppe; Kapitän; Katitän; Kommandant; Kommandeur; Leiter; Leiterin; Pilot; Schiffskapitän; Vorsitzender; Vorstand
educator Erzieher; Lehrer; Lehrkraft Erzieherin; Lehrerin
instructor Ausbilder; Erzieher; Herr Lehrer; Lehrer; Lehrkraft; Lehrmeister; Schulmeister Ausbilder; Ausbilderin; Instrukteurin; Lehrmeister
master Ausbilder; Erzieher; Herr Lehrer; Lehrer; Lehrkraft; Lehrmeister; Schulmeister Altmeister; Anführer; Chef; Flugkapitän; Führer; Fürst; Gebieter; Haupt; Hauptmann; Herr; Herrscher; Kapitän; Katitän; Kommandant; König; Landsmann; Maestro; Magister; Master; Meister; Oberhaupt; Schiffskapitän; Vorgesetzte; Vorsteher; Zunftmeister
mentor Lehrer; Lehrkraft Führer; Lotse; Reiseführer
pedagogue Lehrer; Lehrkraft
schoolmaster Ausbilder; Erzieher; Herr Lehrer; Lehrer; Lehrkraft; Lehrmeister; Schulmeister
schoolteacher Ausbilder; Erzieher; Herr Lehrer; Lehrer; Lehrkraft; Lehrmeister; Schulmeister Dozentin; Lehrerin
skipper Lehrer; Lehrkraft Anführer; Führer; Hauptmann; Kapitän; Katitän; Kommandant; Schiffskapitän
teacher Ausbilder; Erzieher; Herr Lehrer; Lehrer; Lehrkraft; Lehrmeister; Schulmeister Ausbilder; Dozentin; Lehrerin; Lehrkraft; Lehrmeister; Schullehrerin
tutor Ausbilder; Erzieher; Lehrer; Lehrkraft Aufseher; Ausbilder; Begleiter; Doktorvater; Förderer; Gefährte; Inspizient; Konkursrichter; Konkursverwalter; Konservator; Kurator; Lehrmeister; Vormund
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
master besiegen; einreißen; sich angewöhnen; siegen über
tutor ausbilden; bilden; dazulernen; dressieren; einstudieren; einüben; entwickeln; heranbilden; proben; repetieren; schulen; trainieren; üben

Synoniemen voor "Lehrer":


Wiktionary: Lehrer

Lehrer
noun
  1. Vermittler von Wissen
Lehrer
noun
  1. one who instructs; a teacher
  2. person who teaches
Cross Translation:
FromToVia
• Lehrer → teacher ↔ onderwijzer — iemand die lesgeeft
• Lehrer → teacher ↔ leraar — iemand die lesgeeft
• Lehrer → doctor; physician ↔ docteur — À trier
• Lehrer → educator; instructor; teacher; master ↔ instituteur — Enseignant d’école primaire.
• Lehrer → professor; teacher ↔ professeur — Personne qui enseigne

Verwante vertalingen van Lehrer







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0814 seconde
Page rendered in 1.0 seconds