Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Zoek: Krankenpflegerin

Duitse en Engelse zoekresultaten voor: Krankenpflegerin

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

Krankenpflegerin:
- nurse; sister
Wiktionary:
- Krankenpflegerin → nurse
- Krankenpflegerin → nurse

Duits

Uitgebreide vertaling voor Krankenpflegerin (Duits) in het Engels

Krankenpflegerin:

Krankenpflegerin [die ~] zelfstandig naamwoord

die Krankenpflegerin (Schwester; Schwesterchen)
the nurse; the sister
- nurse [the ~] zelfstandig naamwoord
- sister [the ~] zelfstandig naamwoord
die Krankenpflegerin (Krankenpfleger)
the nurse
- nurse [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Krankenpflegerin:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
nurse	Krankenpfleger; Krankenpflegerin; Schwester; Schwesterchen	Amme; Aufseher; Babysitter; Betreuer; Krankenpfleger; Krankenschwester; Tierpfleger
sister	Krankenpflegerin; Schwester; Schwesterchen	Nonne; Schwester; Schwesterchen
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
nurse		einflößen; eingeben; für etwas sorgen; knuddeln; kuscheln; pflegen; schmusen; sorgen; stillen; streicheln; säugen; verordnen; verpflegen; versorgen

Synoniemen voor "Krankenpflegerin":

Krankenschwester; Pflegeperson; Schwester; Charakter; Einzelwesen; Individuum; Mensch; Person; Persönlichkeit; Subjekt; Typ

Wiktionary: Krankenpflegerin

Krankenpflegerin

noun

person trained to provide care for the sick
- nurse → Krankenpfleger; Pflegerin; Krankenpflegerin; Pfleger; Krankenschwester; Schwester

Cross Translation:

From	To	Via
• Krankenpflegerin	→ nurse	↔ verpleegster — vrouw die zorg verleent aan zieken of gewonden