Overzicht
Duits naar Engels: Meer gegevens...
-
sprachgewandt:
-
Wiktionary:
sprachgewandt → eloquent -
Synoniemen voor "sprachgewandt":
sprachfertig
-
Wiktionary:
Duits
Uitgebreide vertaling voor sprachgewandt (Duits) in het Engels
sprachgewandt: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- sprechen: converse; speak; talk; communicate; have a conversation; relate; tell; chat; rattle; chatter; narrate; blab; report
- gewandt: able; proficient; capable; neat; handy; nimble; experienced; expert; dexterous; adroit; bright; smart; perky; astute; resourceful; seasoned; wily; mean; keen; vicious; nasty; cunning; low; clever; wise; sharp; slick; shrewd; sly; vile; ingenious; false; skilful; crafty; intelligent; slippery; underhand; sagacious; roguish; skillful
sprachgewandt:
Synoniemen voor "sprachgewandt":
Wiktionary: sprachgewandt
sprachgewandt
adjective
-
rhetorisch begabt
- sprachgewandt → eloquent