Overzicht
Duits naar Engels: Meer gegevens...
-
klein:
- little; small; tiny; short; minuscule; diminutive; undersized; inferior; inadequate; low-grade; middling; shortish; insignificant; minimal; infinitesimal; minor; slight; scant; poor; poky; petty; bashfull; diffident; narrow minded
- Wiktionary:
Engels naar Duits: Meer gegevens...
-
klein:
Het woord klein is bekend in onze database, echter hebben wij hiervoor nog geen vertaling van engels naar duits.-
Synoniemen voor "klein":
Klein; Felix Klein; mathematician
Melanie Klein; analyst; psychoanalyst
Calvin Klein; Calvin Richard Klein; couturier; fashion designer; clothes designer; designer
-
Synoniemen voor "klein":
Duits
Uitgebreide vertaling voor klein (Duits) in het Engels
klein:
-
klein (unter dem Mindestmaß; äußerst klein; winzig; knapp; minderwertig)
little; small; tiny; short; minuscule; diminutive; undersized; inferior; inadequate; low-grade; middling; shortish-
little bijvoeglijk naamwoord
-
small bijvoeglijk naamwoord
-
tiny bijvoeglijk naamwoord
-
short bijvoeglijk naamwoord
-
minuscule bijvoeglijk naamwoord
-
diminutive bijvoeglijk naamwoord
-
undersized bijvoeglijk naamwoord
-
inferior bijvoeglijk naamwoord
-
inadequate bijvoeglijk naamwoord
-
low-grade bijvoeglijk naamwoord
-
middling bijvoeglijk naamwoord
-
shortish bijvoeglijk naamwoord
-
-
klein (minimal; gering; geringfügig)
-
klein (dürftig; spärlich; schmächtig; miserabel; empfindlich; knapp; schwach; winzig; geringfügig; sparsam; mager; hager; kläglich; eng; fein; schlecht; gering; hohl; dünn; öde; karg; hinfällig; schlapp; hilflos; schlaff; schäbig; handlich; unscheinbar; ungültig; zerbrechlich; flau; schütter; nichtig; vergänglich; gedrungen; grundlos; kärglich; schadhaft; gebrechlich; schwächlich; kränklich; sehrklein)
-
klein (erbärmlich; schäbig)
-
klein (äußerst klein)
-
klein (kleinkariert; engstirnig; kleinmütig; genau; knapp; eng; gering; gewerblich; beschränkt; geizig; bürgerlich; kleinlich; borniert; knickrig; kleinbürgerlich)
petty; bashfull; diffident; narrow minded-
petty bijvoeglijk naamwoord
-
bashfull bijvoeglijk naamwoord
-
diffident bijvoeglijk naamwoord
-
narrow minded bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor klein:
Synoniemen voor "klein":
Wiktionary: klein
klein
Cross Translation:
adjective
klein
-
von geringem Ausmaß
-
unbedeutend
- klein → little
-
als Kleinbuchstabe, in Kleinbuchstaben oder mit kleinem Anfangsbuchstaben
- klein → uncapitalized
adjective
-
of little importance
-
(of a sibling) younger
-
very young
-
small in size
-
Little, trifling, or inconsiderable, as a petty fault
- petty → klein; gering; unbedeutend
-
of a person, of comparatively little height
-
not large
-
young
-
small, little
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• klein | → diminutive; little; small | ↔ klein — van geringe grootte |
• klein | → short | ↔ bref — Petit de taille |
• klein | → light | ↔ léger — Dont le poids est faible, qui ne pèse guère. |
• klein | → slim; slender | ↔ mince — Svelte, élancé, pas gros. |
• klein | → small; little; young | ↔ petit — De taille réduite. |
• klein | → little; young; kid | ↔ petit — Jeune. |
Computer vertaling door derden:
Verwante vertalingen van klein
Engels
Uitgebreide vertaling voor klein (Engels) in het Duits
klein:
Synoniemen voor "klein":
Klein:
Vertaal Matrix voor Klein:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | Calvin Klein; Calvin Richard Klein; Felix Klein; Melanie Klein |
Verwante definities voor "Klein":
Computer vertaling door derden: