Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. ebnen:
  2. Ebnen:
  3. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor ebnen (Duits) in het Engels

ebnen:

ebnen werkwoord (ebne, ebnest, ebnet, ebnete, ebnetet, geebnet)

  1. ebnen (flächen; egalisieren; polieren; )
    egalize; to smooth; to even
    • egalize werkwoord
    • smooth werkwoord (smooths, smoothed, smoothing)
    • even werkwoord (evens, evened, evening)
    to polish
    – make (a surface) shine 1
    • polish werkwoord (polishes, polished, polishing)
      • polish my shoes1
  2. ebnen (abplatten; egalisieren)
    to flatten; to smooth; to level
    • flatten werkwoord (flattens, flattened, flattening)
    • smooth werkwoord (smooths, smoothed, smoothing)
    • level werkwoord (levels, levelled, levelling)
  3. ebnen
    to straighten out
    • straighten out werkwoord (straightens out, straightened out, straightening out)
  4. ebnen (egalisieren; glätten; ausstreichen)
    to settle
    • settle werkwoord (settles, settled, settling)
  5. ebnen (nivellieren; ausgleichen; egalisieren)
    to equalize; to level up; to level; to level down; to level out; to smooth; to equalise
    • equalize werkwoord, Amerikaans (equalizes, equalized, equalizing)
    • level up werkwoord (levels up, levelled up, levelling up)
    • level werkwoord (levels, levelled, levelling)
    • level down werkwoord (levels down, levelled down, levelling down)
    • level out werkwoord (levels out, levelled out, levelling out)
    • smooth werkwoord (smooths, smoothed, smoothing)
    • equalise werkwoord, Brits

Conjugations for ebnen:

Präsens
  1. ebne
  2. ebnest
  3. ebnet
  4. ebnen
  5. ebnet
  6. ebnen
Imperfekt
  1. ebnete
  2. ebnetest
  3. ebnete
  4. ebneten
  5. ebnetet
  6. ebneten
Perfekt
  1. habe geebnet
  2. hast geebnet
  3. hat geebnet
  4. haben geebnet
  5. habt geebnet
  6. haben geebnet
1. Konjunktiv [1]
  1. ebne
  2. ebnest
  3. ebne
  4. ebnen
  5. ebnet
  6. ebnen
2. Konjunktiv
  1. ebnete
  2. ebnetest
  3. ebnete
  4. ebneten
  5. ebnetet
  6. ebneten
Futur 1
  1. werde ebnen
  2. wirst ebnen
  3. wird ebnen
  4. werden ebnen
  5. werdet ebnen
  6. werden ebnen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde ebnen
  2. würdest ebnen
  3. würde ebnen
  4. würden ebnen
  5. würdet ebnen
  6. würden ebnen
Diverses
  1. ebn!
  2. ebnet!
  3. ebnen Sie!
  4. geebnet
  5. ebnend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor ebnen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
level Abflachen; Abgraben; Abriß; Dimensionsebene; Ebene; Entwurf; Entwürfe; Etage; Feld; Fläche; Gehalt; Glättem; Grad; Gradation; Höhe; Idee; Konzept; Kriterium; Maß; Maßstab; Niveau; Plan; Projekt; Qualität; Rang; Skala; Staffel; Staffelstellung; Stellung; Stock; Stockwerk; Stufe; Unterstand; Vorhaben; Vorsatz; Wasserwaage
polish Finish; Glanz; Glänzen; Schimmer
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
egalize ausbügeln; ausstreichen; bügeln; ebnen; egalisieren; florieren; flächen; funkeln; glatthobeln; glimmen; glitzern; glätten; polieren; schaben; schimmern; schleifen; schlichten; schmirgeln
equalise ausgleichen; ebnen; egalisieren; nivellieren angleichen; entsprechen; gleichen; regulieren; übereinstimmen
equalize ausgleichen; ebnen; egalisieren; nivellieren angleichen; entsprechen; gleichen; regulieren; übereinstimmen
even ausbügeln; ausstreichen; bügeln; ebnen; egalisieren; florieren; flächen; funkeln; glatthobeln; glimmen; glitzern; glätten; polieren; schaben; schimmern; schleifen; schlichten; schmirgeln
flatten abplatten; ebnen; egalisieren ausbeulen; ganz platt stampfen; platt drücken; platt treten; vereinfachen; zerquetschen
level abplatten; ausgleichen; ebnen; egalisieren; nivellieren angleichen; ausgleichen; regulieren; verrechnen
level down ausgleichen; ebnen; egalisieren; nivellieren
level out ausgleichen; ebnen; egalisieren; nivellieren
level up ausgleichen; ebnen; egalisieren; nivellieren
polish ausbügeln; ausstreichen; bügeln; ebnen; egalisieren; florieren; flächen; funkeln; glatthobeln; glimmen; glitzern; glätten; polieren; schaben; schimmern; schleifen; schlichten; schmirgeln abscheuern; aufpolieren; aufputzen; ausrüsten; feilen; glattstreichen; glätten; herausputzen; polieren; schaben; scheuern; schleifen; schlichten; schmirgeln
settle ausstreichen; ebnen; egalisieren; glätten Freiden schließen; Maßregeln treffen; Streit beilegen; abhandeln; abrechnen; abwickeln; ausgleichen; befriedigen; beilegen; beruhigen; beschwichtigen; besiedeln; besänftigen; eine Rechnung bezahlen; einigen; gutmachen; kolonisieren; nachzahlen; niederlassen; regeln; schlichten; sinken; tilgen; urbarmachen; vergleichen; verrechnen; versöhnen; zahlen
smooth abplatten; ausbügeln; ausgleichen; ausstreichen; bügeln; ebnen; egalisieren; florieren; flächen; funkeln; glatthobeln; glimmen; glitzern; glätten; nivellieren; polieren; schaben; schimmern; schleifen; schlichten; schmirgeln polieren; raspeln; reiben
straighten out ebnen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
level eben; egal; flach; gleich; platt; waagerecht
smooth eben; egal; feucht; flach; fließend; flüssig; frivol; geschmeidig; gewissenlos; gleich; glitschig; lasterhaft; obszön; ohne Falten; platt; schamlos; schlüpfrig; schmierig; schmutzig; schweinisch; sittenlos; strömend; sämig; unanständig; unehrenhaft; unflätig; unmoralisch; unsauber; unsittlich; unzüchtig; widerlich
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
even eben; egal; flach; gerade; gleich; neulich; platt; quitt sein; sogar; vorhin

Synoniemen voor "ebnen":


Wiktionary: ebnen

ebnen
verb
  1. (transitiv) etwas auf eine Ebene oder gleiche Höhe bringen; eben machen
ebnen
verb
  1. to destroy by reducing to ground level; to raze
  2. to adjust so as to make level

Cross Translation:
FromToVia
ebnen level effenen — gelijk of vlak maken
ebnen glide; soar planer — Se soutenir en l’air, les ailes étendues et immobiles, en parlant des oiseau.

Ebnen:

Ebnen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Ebnen (Assimilieren; Angleichen; Nivellieren)
    the levelling out

Vertaal Matrix voor Ebnen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
levelling out Angleichen; Assimilieren; Ebnen; Nivellieren