Enttäuschung: vertaling Duits

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

Enttäuschung:
- disappointment; disillusionment; come-down; mishap; comedown; blow; letdown; dissapointment; let-down
Wiktionary:
- Enttäuschung → disappointment, disillusionment
- Enttäuschung → disappointment, disillusionment, awakening

Duits

Uitgebreide vertaling voor Enttäuschung (Duits) in het Engels

die Enttäuschung (Ernüchterung)
the disappointment; the disillusionment; the come-down
- disappointment [the ~] zelfstandig naamwoord
- disillusionment [the ~] zelfstandig naamwoord
- come-down [the ~] zelfstandig naamwoord
die Enttäuschung (Rückschlag; Ernüchterung)
the disappointment; the mishap; the comedown; the blow; the letdown
- disappointment [the ~] zelfstandig naamwoord
- mishap [the ~] zelfstandig naamwoord
- comedown [the ~] zelfstandig naamwoord
- blow [the ~] zelfstandig naamwoord
- letdown [the ~] zelfstandig naamwoord
die Enttäuschung (Rheinfall)
the dissapointment; the let-down
- dissapointment [the ~] zelfstandig naamwoord
- let-down [the ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
blow	Enttäuschung; Ernüchterung; Rückschlag	Anprall; Anstoß; Beule; Bums; Delle; Eindruck; Eindrücke; Einsenkung; Einstülpung; Handschlag; Handschläge; Hau; Hieb; Klaps; Kniff; Maulschelle; Ohrfeige; Puff; Schlag; Stoß; Verbeulung; Zusammenstoß; leichter Schlag; leichter Stoß
come-down	Enttäuschung; Ernüchterung
comedown	Enttäuschung; Ernüchterung; Rückschlag
disappointment	Enttäuschung; Ernüchterung; Rückschlag
disillusionment	Enttäuschung; Ernüchterung
dissapointment	Enttäuschung; Rheinfall
let-down	Enttäuschung; Rheinfall
letdown	Enttäuschung; Ernüchterung; Rückschlag
mishap	Enttäuschung; Ernüchterung; Rückschlag
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
blow		anblasen; ausreißen; blasen; flattern; flöten; hecheln; keuchen; lutschen; pfeifen; saugen; schnaufen; stark wehen; stäuben; vergiften; vergällen; verleiden; wappern; wegrennen; wehen

Desillusion; Frust; Frustration; Unzufriedenheit; Affekt; Emotion; Empfindung; Gefühl; Gefühlsbewegung; Gefühlsregung; Gespür; Regung; Sentiment; Stimmungslage

Enttäuschung

noun

die Nicht-erfüllen einer Hoffnung, eines Wunsches oder Erwartung
- Enttäuschung → disappointment

Enttäuschung

noun

feeling that arises from the discovery that something is not what it was anticipated to be
- disillusionment → Enttäuschung; Desillusionierung
emotion
- disappointment → Enttäuschung

Cross Translation:

From	To	Via
• Enttäuschung	→ disappointment	↔ teleurstelling — een emotie opgeroepen door het niet uitkomen van een verwachting
• Enttäuschung	→ disappointment	↔ tegenvaller — tegenslag
• Enttäuschung	→ disappointment; disillusionment; awakening	↔ déception — Fait d’décevoir ou de subir une situation inférieure à ses attentes.