Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Zoek: Bewaffnung

Duitse en Engelse zoekresultaten voor: Bewaffnung

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

Bewaffnung:
- armament; weaponry; armour; armor; military equipment
Wiktionary:
- Bewaffnung → arm, weaponry
- Bewaffnung → armament

Duits

Uitgebreide vertaling voor Bewaffnung (Duits) in het Engels

Bewaffnung:

Bewaffnung [die ~] zelfstandig naamwoord

die Bewaffnung (Aufrüstung)
the armament; the weaponry
- armament [the ~] zelfstandig naamwoord
- weaponry [the ~] zelfstandig naamwoord
die Bewaffnung
the armour; the armor
- armour [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
- armor [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
die Bewaffnung
the military equipment
- military equipment [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Bewaffnung:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
armament	Aufrüstung; Bewaffnung
armor	Bewaffnung	Brustharnisch; Panzer; Panzerung
armour	Bewaffnung	Brustharnisch; Panzer; Panzerung
military equipment	Bewaffnung	Rüstung
weaponry	Aufrüstung; Bewaffnung	Rüstung
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
armor		abblenden; abdecken; abschirmen; bewaffnen; bewehren
armour		abblenden; abdecken; abschirmen; bewaffnen; bewehren

Synoniemen voor "Bewaffnung":

Aufrüstung; Mobilmachung; Rüstung
Armierung; Ausrüstung; Bewehrung; Rüstzeug

Wiktionary: Bewaffnung

Bewaffnung

noun

weapon
- arm → Bewaffnung; Rüstung; Waffe
weapons collectively
- weaponry → Waffen; Bewaffnung

Cross Translation:

From	To	Via
• Bewaffnung	→ armament	↔ bewapening — het verschaffen van wapens aan iemand
• Bewaffnung	→ armament	↔ armement — action d’armer, de préparer en vue de la guerre.