Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Zoek: Aufpasser

Duitse en Engelse zoekresultaten voor: Aufpasser

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

Aufpasser:
- attendants; watcher; guard; watchman; someone who is alert
Wiktionary:
- Aufpasser → monitor

Duits

Uitgebreide vertaling voor Aufpasser (Duits) in het Engels

Aufpasser:

Aufpasser [der ~] zelfstandig naamwoord

der Aufpasser (Babysitter)
the attendants
- attendants [the ~] zelfstandig naamwoord
der Aufpasser (Wärter)
the watcher; the guard; the watchman; the someone who is alert
- watcher [the ~] zelfstandig naamwoord
- guard [the ~] zelfstandig naamwoord
- watchman [the ~] zelfstandig naamwoord
- someone who is alert [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Aufpasser:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
attendants	Aufpasser; Babysitter	Aufseher; Concierges; Hausmeister
guard	Aufpasser; Wärter	Aufseher; Ausguck; Bahnräumer; Begleitung; Garde; Hüter; Portier; Posten; Schildwache; Wache; Wache haben; Wachstube; Wachtposten; Wächter; Wärter
someone who is alert	Aufpasser; Wärter
watcher	Aufpasser; Wärter	Zuschauer
watchman	Aufpasser; Wärter	Aufseher; Hüter; Portier; Torwächter; Wächter; Wärter
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
guard		Schutz bieten; abschirmen; achtgeben; aufpassen; beaufsichtigen; behüten; beschützen; bewachen; bewahren; erhalten; hegen; hüten; hüten vor; schutzen; schützen; sichern; sicherstellen; wachen; wachen über; wahren

Synoniemen voor "Aufpasser":

Aufseher; Bewacher; Hüter; Supervisor; Wachhund; Wächter; Wärter; Charakter; Einzelwesen; Individuum; Mensch; Person; Persönlichkeit; Subjekt; Typ

Wiktionary: Aufpasser

Aufpasser

noun

someone who watches over something
- monitor → Aufpasser