Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. gespalten:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor gespalten (Duits) in het Engels

gespalten:

gespalten bijvoeglijk naamwoord

  1. gespalten
    split
    – having been divided; having the unity destroyed 1
    • split bijvoeglijk naamwoord
      • a split group1
    cloven; cleft
    • cloven bijvoeglijk naamwoord
    • cleft bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor gespalten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cleft Abgrund; Einschnitt; Falz; Felsenschlucht; Felsspalt; Felsspalte; Furche; Grübchen; Kerbe; Riß; Schlitz; Schlucht; Spalt; Spalte
split Abspaltung; Falz; Furche; Riß; Schlitz; Spalt; Spalte
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
split abhauen; abkoppeln; absondern; abspalten; abzischen; aus einander spleißen; hacken; in Stücke hacken; loskoppeln; scheiden; separieren; sich wegscheren; spleißen; splissen; teilen; trennen; verschwinden; zerhacken
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cleft gespalten
cloven gespalten
split gespalten

Synoniemen voor "gespalten":

  • dichotom; uneins; unentschieden; zwiegespalten; zwiespältig
  • gabelnd; gabelig

Wiktionary: gespalten


Cross Translation:
FromToVia
gespalten ambivalent; ambiguous; conflicted; equivocal; mixed; plurivalent ambivalent — Qui a plusieurs valeurs, plusieurs propriétés, plusieurs comportements différents, contradictoires, voire opposés.
gespalten bifid bifide — (botanique) Qui est plus ou moins fendre en deux dans le sens de sa longueur.